|
Zweden Zaterdag 7 juli 2007 Om negen uur vertrokken we voor de 600 kilometer naar Stockholm. Het was allemaal snelweg en ondanks de maximumsnelheid van 110 km/uur schoot het goed op.
Er was nauwelijks verkeer en het enige vervelende waren de talloze regenbuien. Om drie uur kwamen we aan in Bredäng. Dit is en buitenwijk van Stockholm en de camping lag op zo'n vijf minuten lopen van het metrostation. Toen we op de camping aankwamen, was het voor de afwisseling even droog dus konden we snel de tent opzetten. Vrij snel daarna gingen de sluizen weer open en de rest van de dag zijn die ook niet meer dicht gegaan. Meer dan eten, lezen en slapen hebben we dan ook niet meer gedaan. Zondag 8 juli 2007 Na het ontbijt zijn we naar het metrostation gewandeld. Met onze
Stockholm-card konden we onbeperkt gebruik maken van het openbaar vervoer en
hadden we gratis toegang tot z'n 75 musea.
Na een klein uurtje waren waren we precies op tijd buiten voor de wisseling van de wacht. Onder begeleiding van een muziekkorps en onder het toeziend oog van vele toeschouwers werd de ceremonie uitgevoerd. Het geheel werd alleen ontsierd door de eerste regenbui van de dag. Dit buitje duurde overigens tot ongeveer vijf uur.
Na het bekijken van de wisseling van de wacht hebben we de Zweedse kroonjuwelen nog even bekeken en daarna hebben we in de oude stad op een terrasje, onder een parasol tegen de regen, een kopje warme chocomel gedronken en een stukje gebak gegeten. Toen we van binnen weer wat waren opgewarmd, hebben we nog wat door de oude stad gedwaald en uiteindelijk kwamen we uit bij Storkyran. Dit is de oude, Lutherse kathedraal en deze zag er wel weer aardig uit. Veel bewerkt hout en in plaats van marmer vooral veel baksteen. Na het bezoekje aan de kerk zijn we naar het Vasa-museum gewandeld. Dit museum is gewijd aan het 17e-eeuwse oorlogsschip Vasa dat in 1628 tijdens haar maidentrip vlak na vertrek kapseisde. De precieze oorzaak is nooit opgehelderd maar volgens de film in het museum had het temaken met een kiel die te snel was om de massa van twee kanondekken in evenwicht te houden. Het schip is in 1957 teruggevonden en omdat het in het brakke zo goed geconserveerd was, is het hele schip gelicht. Nu ligt het in een grote hal tentoongesteld en er eromheen zijn allerlei tentoonstellingen over het leven aan boord van zo'n groot schip.
Toen we het museum bekeken hadden, zijn we teruggewandeld naar de oude stad. Daar hebben we bij één van de leuke eettentjes die we gezien hadden een paar lekkere pizza's gegeten. Na het eten hebben we de metro terug genomen naar de camping. Maandag 9 juli 2007 Na een rustige start vertrokken we om half tien uit Stockholm. We hadden de tent droog ingepakt gekregen maar kort na vertrek vielen de eerste regendruppels van dag al weer op de auto. Het zouden niet de laatste zijn. Terwijl de ruitenwissers overuren maakten, reden we via de E4 verder naar het noorden. De E4 is geen autosnelweg maar is wel een driebaans weg waarbij de middelste baan afwisselend voor de noordbaan en de zuidbaan is. normaal gesproken mag je gewoon 110 rijden. Alleen als er speciale omstandigheden zijn, dorpjes, op- en afritten, oversteekplaatsen etc, mag je maar 90, 70 of 50. Dat wordt op bepaalde trajecten gecontroleerd met flitspalen en we zijn ook patrouilles met laserguns tegen gekomen. Ondanks de 'beperking' schiet het reizen is Zweden best goed op. Op een reisdag haal je toch wel zo'n 90 km per uur gemiddeld (inclusief pauzes). We zijn vandaag doorgereden tot Ramsvik. Dit ligt net buiten de Hoge Kusten, een gebied dat op de Wereld Erfgoedlijst van de Unesco staat. Voordat we naar de camping reden, hebben we eerst wat boodschappen gedaan en toen we om vier uur de tent op gingen zetten, het voor de afwisseling eens droog. Op de camping kregen we een prachtig plaatse toegewezen aan de oever van een meer. Twee passen de tent uit en je lag in het water. Jammer dat het er geen weer voor was.
Dinsdag 10 juli 2007 Aangezien het 's morgens al droog was, zijn we na het ontbijt meteen op pad gegaan.
Na het oversteken van de Högakustenbron (één van 's werelds langste hangbruggen) hebben we een deel van de Höga Kusten-slingan gevolgd. Deze binnendoor route gaat langs vele meertjes en door allerlei kleine dorpjes in het Hoge Kusten Gebied. De Hoge Kusten zijn in de laatste ijstijd platgedrukt door het gewicht van het ijs. Na de ijstijd is het land weer deels terug geveerd. Dit terugveren gaat nog steeds door. Het land in het gebied stijgt gemiddeld met zo'n 8 mm per jaar. Deze 'snelle' stijging' wordt nergens anders ter wereld waargenomen. Door de stijging zijn er overal meertjes ontstaan en aan de rand van die meertjes hebben de Zweden dan weer leuke huisjes gebouwd. Na een deel van de route gereden te hebben, zijn we via de E4 doorgereden naar de Skuleberg. Deze veredelde heuvel hebben we 'beklommen'. Er ging ook een stoeltjeslift omhoog maar we waren wel toe aan wat beweging. Het was geen lange wandeling (1½ km enkele reis) maar het ging wel continu steil omhoog. Het was dan ook best een pittig tochtje. Terwijl we omhoog wandelden, begon het te regenen en zakten de wolken langzaam omlaag. Eenmaal boven op het uitzichtpunt aangekomen, was er dus helemaal niets te zien. In onze poncho's gehuld zijn we toen maar weer naar beneden gewandeld. Daar hebben we onze broodjes opgegeten en vervolgens zijn we via het tweede deel van de Slingan-route teruggereden nar de camping. Daar wachtte ons een aangename verrassing: de zon scheen. We hebben daar meteen zo lang mogelijk (½ uur) van genoten. 's Avonds hebben we ons weer met slaapzak en dekens in de tent terug getrokken. Met de gaslamp als warmtebron was het toch nog redelijk aangenaam. Woensdag 11 juli 2007 Om kwart voor negen vertrokken we uit Ramsvik. Aangezien ze op
de camping geen brood verkochten, zijn we zonder ontbijt op pad gegaan. Dit
hebben we onderweg echter weer ruimschoots gecompenseerd.
's Avonds hebben we lekker een grote zak reuzengarnalen opgepeuzeld. De rest van de avond hebben we ons weer in de tent opgesloten. Niet alleen vanwege de temperatuur maar ook omdat het stikte van de muggen. Donderdag 12 juli 2007 Voor vandaag stond een wandeling in het nationaal park gepland maar dat is er niet van gekomen. We hebben eerst lekker uitgeslapen en pas rond twaalf uur zijn we op pad gegaan. In Gällivare hebben we eerst het VVV-kantoor opgezocht. Na het inslaan van een flinke voorraad foldermateriaal zijn we naar Dundret gereden. Dit is een natuurreservaat op een berg. We wilden daar graag genieten van het uitzicht op de stad en we waren van plan om een leuke wandeling te maken. Het eerste lukte vrij snel; het tweede leverde wat meer problemen op.
Zoals gebruikelijk deze vakantie hadden we wat moeite met het vinden van het beginpunt van de wandeling. Uiteindelijk bleek dat we eerst de berg weer af moesten om vervolgens enkele kilometers verderop weer omhoog te rijden. Eenmaal boven aangekomen waren er verschillende wandelingen om uit te kiezen. In het kader van de rustige opbouw kozen we een niet al te lange route uit. We kwamen echter niet ver. Na een periode van extreme droogte (~30 uur!) besloot Pluvius de kraan weer eens open te draaien. Gehuld in onze poncho's zijn we toen maar weer terug gewandeld en hebben we de rest van de middag en avond in de tent doorgebracht. Het heeft continu geregend en tegen dat we naar bed gingen was de camping één grot zwembad. Alleen het gebied waar wij stonden was nog redelijk droog. We hadden dus een vooruitziende blik bij het uitzoeken van de plaats. Vrijdag 13 juli 2007 Toen we wakker werden, scheen voor de afwisseling eens de zon.
We hebben dan ook lekker in de zon ontbeten. Wel stond er een vervelende, frisse
wind. Na het ontbijt zijn we naar Muddus NP gereden. De laatste elf kilometer
gingen over een zandpad. Aan het einde van het zandpad begonnen een aantal
verschillende wandelingen. We kozen de wandeling naar de Muddus-waterval. Dat
zou een tocht zijn van zo'n 14 kilometer. Het begon al meteen goed: in korte
tijd een aantal keren steil bergop en bergaf. Voor de eerste kilometer hadden we
dan ook 25 minuten nodig. Het beloofde dus een lange tocht te worden. Toen
kwamen we er achter dat er ook een eenvoudigere route was die wat meer het
binnenland in liep. Hier had je weliswaar niet zo'n mooi uitzicht maar het pad
ging niet meer zo steil op en neer.
Op de terugweg kwamen we in de buien terecht die we tijdens het
wandelen voorbij hadden zien waaien. We waren blij dat we deze stortbui niet op
ons dak hadden gekregen tijdens het wandelen. Behalve het vele water dat
omlaag kwam, daalde ook de temperatuur nog eens flink. De normale temperatuur
was zo'n 17 graden maar tijdens buien daalde die tot een graad of 12. Zaterdag 14 juli 2007 Aangezien het in de loop van de nacht weer gestopt was met regenen, konden we vandaag de tent weer droog inpakken. na een korte stop voor onze laatst Zweedse boodschappen vertrokken we om half tien richting Finland. Dwars door een smal stukje Finland reden we naar Noorwegen. Bij het tanken in Finland probeerden ze ons nog de tank van iemand anders te laten betalen maar aangezien dit bedrag hoger was dan wat we zelf getankt hadden, zijn we daar niet ingetrapt. Dwars over de Lapse hoogvlakte zijn we doorgereden naar Alta. Daar kwamen we uiteindelijk tegen vier uur aan. In de regen werd de tent opgezet en na het inrichten hebben we eerst gewacht to het wat droger werd. Rond zes uur zijn we toen op zoek gegaan naar een pinautomaat. Toen we eindelijk in het bezit waren van Noorse kronen zijn we daar alvast wat van gaan uitgeven in het Alta-museum. Dit museum is gebouwd rond de plaats waar men oude rotstekeningen heeft aangetroffen. De tekeningen zijn tussen de 2000 en 6000 jaar oud. We hebben eerst het binnengedeelte bekeken en daarna hebben we in een aangenaam zonnetje de tekeningen zelf bekeken. Via een netwerk van looppaden werden we langs de belangrijkste vindplaatsen geleid. De ingehakte tekeningen waren met rode verf ingekleurd om ze beter zichtbaar te maken.
Toen we uiteindelijk alles gezien hadden, zijn we terug gegaan naar de camping waar we de rest van de avond hebben doorgebracht met eten en het doodslaan van de ontelbare irritante muggen. We hebben nog tot tien uur in de zon kunnen zitten. Toen verdween hij achter de campers. Uiteindelijk is de zon echter helemaal niet onder gegaan.
|