Chile-flagArgentinië en Chili - 2008

                          

 Home
Reisroute
1: BA en Iguazú
2: Atlantische kust
3: Atlantische kust
4: Ushuaia / Torres
5: Torres / Calafate
6: Chaltén / Ruta 40
7: Meren en Andes
8: Pucón / Meren
9: Terug naar BA
10: Naar huis
Home Tim en Petra

 

Week 4 - Ushuaia

15 t/m 21 november 2008

Zaterdag 15 november 2008                                                           Ushuaia, 20.00 uur

We zijn vandaag vrolijk verder gegaan met dat waar we gisteren mee geëindigd waren: niets doen. Het was vannacht behoorlijk koud (+1°C) maar onze voorzorgsmaatregelen hebben geholpen. De geïmproviseerde tochtstrip deed uitstekend zijn werk en ook een winterlegging en een thermoshirt als pyjama zijn bij deze temperaturen een aanrader. We hebben het dus niet koud gehad.
Toen we vanmorgen om kwart over tien wakker werden, scheen er een waterig zonnetje dat al snel achter de wolken verdween en zich de rest van de dag niet meer heeft laten zien. Desondanks was de temperatuur een stuk aangenamer dan gisteren. In de middag hebben we zelfs een temperatuur van twee cijfers op de thermometer gezien.

Petra is ‘even’ naar een panaderia gewandeld voor een lekker ontbijt. Omdat de kiosco hier vlak bij de camping alleen gewoon brood verkocht, is ze op zoek gegaan naar een echte panaderia. Gisteren hadden we er wel een stuk of tien gezien dus dat moest geen probleem zijn dacht ze. Uiteindelijk bleken de meeste van deze bakkerijen bij het centrum te liggen. Al met al is ze dus bijna drie kwartier aan het wandelen geweest voor een paar broodjes en twee croissants. Met een gekookt eitje erbij hebben we die lekker opgegeten en daarna hebben we lekker lui liggen lezen.

Rond een uur of twee heeft Petra het kapsel van Tim weer een beetje bijgewerkt met de tondeuse en daarna zijn we naar de stad gewandeld. Petra had gisteren via de mail doorgegeven dat we vandaag tussen drie en vier online zouden zijn zodat ze wat met Anita kon MSN’en. De mail is blijkbaar nooit aangekomen maar gelukkig was de familie Simons wel online dus kon er even bij gekletst worden. Eenmaal uitgepraat hebben we de hoofdstraat van het stadje eens verkend. Het is een aaneenschakeling van restaurants, souvenirshops en outdoorwinkels. Daar hebben we er een paar van bekeken en daarna hebben we bij het VVV-kantoor wat informatie gevraagd over het Nationaal Park. Ze hadden wat folders voor ons dus kunnen we ons alvast verdiepen in de dingen die we in het park willen zien en doen. Morgen willen we eerst naar de Martial Gletsjer wandelen.

Maandagmorgen moet de auto om negen uur bij de Ford-garage zijn en volgens RutaSur zou de afspraak geregeld worden door Fernando. Laat dit nu dezelfde Fernando zijn die ook de camping beheerd waar wij op dit moment verblijven. Hij had ons dus al op de hoogte gebracht voordat we de mail van RutaSur hadden gelezen. Klein wereldje hier ;-)

Zondag 16 november 2008                                                  Ushuaia, 21.45 uur

Na de rustdag van gisteren was het vandaag tijd voor wat lichamelijke activiteit. Na het ontbijt zijn we rond elf uur op weg gegaan naar de Martial Gletsjer. Het pad begint hier vlakbij de camping en gaat alleen maar bergop. De hele wandeling (vanuit het centrum van de stad) is zeven kilometer en gaat van zeeniveau omhoog tot ruim 800 meter. Aangezien we bovenaan in de stad zitten, hoefden we de eerste twee kilometer al niet te lopen. Overigens hebben we die vanavond alsnog gelopen toen we in de stad zijn gaan eten.

Na een stukje over de weg gelopen te hebben, werden we het bos ingestuurd. De volgende twee kilometer gingen over het oude houthakkerspad door een nauwe canyon. Het is het soort bos dat je je voorstelt bij een eng sprookje: dicht begroeid, veel omgevallen bomen en losliggende takken en veel mos op de stammen en takken. Misschien was het iets te licht in het bos om heksen en soortgelijke figuren tegen te komen maar het was wel een heel ander soort bos dan wat we bij ons gewend zijn. Het was ook duidelijk dat het verder niet onderhouden werd. Al het hout dat van de bomen valt, blijft liggen op de plaats waar het neerkomt tot het moment dat het is weggerot.

       

Het stuk door het bos was misschien niet heel lang maar kostte wel veel tijd. Het ging namelijk steeds steil bergop en bergaf en door de vele boomstronken en boomwortels moest je steeds goed uitkijken waar je liep en dat je niet onderuit ging. Dat zou sowieso niet erg prettig geweest zijn omdat de bodem erg modderig was.
Na een aantal kilometers door het bos, kwamen we op de grote, verharde weg uit en ging het wat minder steil omhoog naar de stoeltjeslift. Deze bracht ons vervolgens in een paar minuten weer tweehonderd meter hoger en van daaruit ging het pas echt omhoog.
De volgende anderhalve kilometer gingen door de sneeuw en over en langs puinhellingen naar de gletsjer. Deze stelt eigenlijk nog niet zo veel voor. Op het eerste gezicht lijkt het gewoon op een flinke laag sneeuw die nog niet helemaal is weggesmolten maar die met een paar weekjes zomer zo is verdwenen. Als je iets beter kijkt zie je op sommige plaatsen echter wel dat het iets meer is dan een gewoon laagje sneeuw.

   

Het laatste stukje dat we nog gelopen hebben ging met ruim vijftig procent omhoog en dat was toch toch behoorlijk pittig. We hebben daar dan ook eerst onze stukken brood opgegeten en daarna zijn we aan de terugtocht begonnen. Het uitzicht onderweg was schitterend. Je kijkt van bovenaf uit op Ushuaia en op het Beagle-kanaal. Aan de overkant van het kanaal zie je de laatste uitlopers van de Andes op het Chileense deel van Vuurland. Op de berg was het uit de wind erg lekker weer. Het zonnetje scheen vrolijk en met de lichamelijke inspanning zorgde het ervoor dat we het niet koud hadden. In de wind was het echter erg koud. Met mutsen en handschoenen was het nog wel te doen. Ook hebben we reclame gemaakt voor de Venloop. Onze trainingsjacks van de Running Academy zijn heel licht redelijk winddicht dus waren best aangenaam met dit weer.

   

De heenweg had ons zo’n drie uur gekost dus werd het ook wel tijd om terug te gaan. De terugweg ging een stuk sneller dan de heenweg. In plaats van het pad door het bos hebben we de asfaltweg omlaag genomen. Deze was wat minder steil en de vlakke ondergrond was beter voor enkels en schenen van Petra. Niet dat ze daar al last van heeft maar aangezien we de komende twee dagen nog meer willen wandelen, moet je het de eerste dag natuurlijk niet overdrijven. Om half vier waren we terug op de camping en daar hebben we eerst lekker wat gedronken en een uurtje lekker lui wat liggen lezen. Daarna was het tijd om te douchen en vervolgens gingen we weer op pad. Petra had Anita beloofd vanavond nog even te MSN’en en we wilden toch ook nog even de resultaten van de Zevenheuvelenloop van onze atleten bekijken. Toen we na een uurtje weer buiten stonden, moesten we kiezen: boodschappen doen en zelf koken of uit gaan eten. Eigenlijk was het voor Argentijnse begrippen nog wat te vroeg om uit te eten maar omdat dit toch echt een toeristenstadje voor niet-Argentijnen is, zaten er toch overal al een paar mensen te eten. We hebben dus maar een leuk restaurant uitgezocht waar het al wat drukker was. Veel van de restaurants werken volgens het principe van ‘tenedor libre’. Dat wil gewoon zeggen dat je zoveel kunt barbecuevlees kunt eten als je wilt voor een vaste prijs. Het vlees wordt gegrild op een groot vuur dat in een ruimte naast het restaurant door een kok wordt gestookt met hout. Aangezien we geen zin hadden om ons helemaal vol te vreten met algemene stukken vlees hebben we op de kaart gewoon twee lekkere biefstukken uitgezocht en die met frietjes en salade lekker opgegeten. De lendenbiefstukken waren weer eens perfect medium gegrild en ze waren botermals. En dat voor ongeveer dertig euro! Daar kun je nog eens voor uit eten.
Na het eten zijn we teruggewandeld naar de camping. Daar hebben we drie overnachtingen afgerekend en hebben we de was afgegeven. Voor twintig pesos kunnen we die dinsdag als we hier terugkomen weer meenemen. Daar kunnen we zelf niet voor gaan wassen.

Maandag 17 november 2008                                                           Ushuaia, 20.15 uur

Aan het einde van weer een schitterende maar onvoorspelbare vakantiedag is het weer tijd voor een verhaaltje. Vanmorgen liep om kwart over acht de wekker af. We moesten om negen uur in de garage zijn en we wilden in de stad ontbijten dus dat leek ons vroeg genoeg. Het opruimen verliep voorspoedig en om tien voor negen waren we klaar om te vertrekken. Helaas had onze auto daar even geen zin in. Hij wilde niet starten en na drie pogingen gaf ook de accu aan er geen zin meer in te hebben. Gelukkig zijn Argentijnen erg behulpzaam en een buurman schoot te hulp. Bij de receptie werden een paar startkabels geregeld en na een kwartiertje hadden we de auto dan toch aan de praat. De hulp van Fernando, die al gebeld was door de receptie, was niet meer nodig.

Om twintig over negen kwamen we bij de Ford-garage aan. Daar kregen we te horen dat we te laat waren. Ja, dat wisten wij ook al. Maar dat bedoelden ze niet. Zij hadden de afspraak voor half negen in hun agenda staan. Aangezien ze het druk hadden, hadden ze later op de dag pas tijd voor onze servicebeurt. Aangezien ze ook nog eens van twaalf tot half vier gesloten waren, konden we tussen zes en zeven terugkomen om onze camionnetta op te halen. Dat was een streep door onze rekening. We wilden namelijk met de auto het Nationaal Park Tierra del Fuego in om daar vandaag en morgen te wandelen en om ook daar de nacht door te brengen. Dat ging dus niet door. We hebben dus maar de zaken die we vandaag dachten nodig te hebben uit de camper gehaald en daarna zijn we eerst eens bij het informatiebureau langs gegaan. Daar werden we geholpen door een superenthousiaste medewerkster die ons precies vertelde welke wandelingen mooi waren, waar de bussen vertrokken, wat het kostte, wat het weer werd enz. enz. We kregen nog een stapel nieuwe folders mee en toen konden we op pad. We hebben vervolgens eerst bij Tante Sara ontbeten. Dat hadden we al gepland dus dat hebben we ook maar gewoon gedaan. Na een Amerikaans ontbijt met eieren en spek stonden we drie kwartier later weer volgegeten buiten. Bij een kiosco hebben we nog wat voedsel ingeslagen voor de rest van de dag en daarna zijn we op zoek gegaan naar transport naar het Nationaal park. Bij de haven stonden wel twintig minibusjes te wachten op passagiers. We werden dan ook meteen aangesproken. Aangezien de prijs toch bij alle organisaties hetzelfde was, hebben de eerste de beste genomen. We mochten tien minuten wachten en om elf uur reden we weg. Om vervolgens een kwartier later weer vrolijk op dezelfde plaats terug te zijn. Eerst werden er namelijk nog wat andere passagiers opgepikt bij een hotel en daarna ging het eerst terug naar de haven om te kijken of er niet nog een paar nieuwe passagiers waren. Die bleken er te zijn dus met zes mensen werd vervolgens naar het park gereden. Bij de ingang van het park moesten we entreekaartjes kopen en daarna werden op drie verschillende plaatsen in het park de mensen losgelaten.

Wij stapten om twaalf uur uit bij Lapataia bay. Lapataia bay is het eindpunt van de Ruta 3. Dit is de weg die we vanaf Buenos Aires omlaag gevolgd hebben en die in Vuurland ook het laatste stukje is van de Panamerican Highway die vanaf Alaska dwars door de Amerika’s loopt. Na ruim 18000 kilometer is Lapataia bay het eindpunt. We hadden bedacht dat we daar als eerste rond wilden gaan kijken. Volgens de chauffeur zouden we daar binnen twee uur uitgekeken zijn maar aangezien wij een eigen mening hebben (of eigenwijs zijn),  besloten we toch ons eigen plan te volgen. Dat bleek uiteindelijk ook prima uit te pakken. We hebben viereneenhalf uur gebruikt voor alle korte wandelingen die er vanaf Lapataia bay te maken zijn. We hebben het dan ook op ons dooie gemak gedaan en genoten van de schitterende omgeving het steeds beter wordende weer. Vannacht was het nog flink koud geweest en tot een uur was het ook nog helemaal bewolkt. De temperatuur was echter weer een stuk hoger dan gisteren en er was bijna geen wind. Later op de dag trok het helemaal open en werd het heerlijk lenteweer. De temperatuur steeg tot zo’n twintig graden en de zon zorgde ervoor dat we allebei flink bijkleurden. De winterjassen die we hadden meegenomen waren een beetje te veel van het goed.

   

De eerste wandeling ging naar Laguna Negra. Aan de oevers van dit meer, en verder op meer plekken in dit gebied, hebben zich in de loop van de eeuwen dikke lagen halfverteerd plantaardig materiaal opgehoopt. Het ziet er uit als gewone grond maar als je erop gaat staan blijkt het toch wat drassig en veerkrachtig te zijn. Het is het gevolg van de lage watertemperatuur en het lage zuurstofgehalte van het water. Daardoor hebben de bacteriën te weinig mogelijkheden om de dode planten goed af te breken. Je krijgt daardoor een toendra-achtig landschap met de daarbij behorende begroeiing. De veenlagen zijn nu ideale plekken voor historici om meer te weten te komen over de plantengroei van de afgelopen 14000 jaar!  Veel van deze gebieden zijn begroeid met bos. Een van de belangrijkste boomsoorten in het gebied is de Lenga. Op een aantal plaatsen in het Nationaal Park is het Lengabos op behoorlijk schaal aangetast door bevers. Die hebben hele stukken bos ‘omgehakt’ en met hun dammen en burchten zelfs hele riviertjes van richting doen veranderen. Een van de wandelingen ging door een gebied waar je goed de chaos kon zien die de bevers aanrichten. Er waren zelfs bomen waaraan je kon zien dat ze zeer recent zijn aangevreten. Ed en Willem hebben we helaas niet gezien maar hun knutselwerk was duidelijk zichtbaar.

   

   

           

Wel hebben we veel verschillende vogels gezien. De meest bijzondere was de Patagonische specht. Dit is een vrij grote zwarte vogel met een rode kop. De eerste hoorden we vlak achter ons op een boom timmeren. Later kwamen we er nog een tegen die helemaal zwart was en aan het einde van de middag zagen we er nog een met een rode kop.  Het was blijkbaar een bijzondere vogel want bij de derde keer dat we er een zagen, kwam er ineens een Amerikaanse gids met een enorme telelens aanrennen.”Did you see the Giant Woodpecker?”, riep hij naar ons. Toen we bevestigend antwoorden en hem wezen waar het beestje heen gevlogen was, riep hij er een hele bus met Amerikaanse telelenzen bij.  Dat vonden wij niet zo erg want zo hadden wij het observatieplatform, waar alle Amerikanen zich verzameld hadden, ineens voor ons alleen. De specht was er overigens niet zo blij mee want hij verdween al snel het bos in.
Na nog een tochtje gemaakt te hebben door een gebied waar je veel watervogels zou moeten kunnen zien, waren we om twintig voor vijf bij het restaurant bij Lago Roca. Daar zouden we om half zes weer met het busje terug kunnen. De resterende tijd hebben we lekker met een koel drankje op het terras in de zon gezeten. Daar hebben we ook nog even gepraat met het echtpaar dat we ‘s morgens ook al in de bus tegenkwamen. Na een zeiltocht van twee maanden waren ze nu nog een paar dagen in Ushuaia voordat ze weer naar huis vlogen.

 

   

Om half zes vertrok het busje voor een rondje door het park om overal mensen op te halen. Volgepakt met vermoeide toeristen kwam het busje om half zeven weer aan in de haven van Ushuaia. Daar hebben we nog wat foto’s gemaakt en daarna zijn we naar de garage gewandeld. Daar was de auto gelukkig klaar. Na de rekening betaald te hebben (bijna tweehonderd euro die we in BA hopelijk terugkrijgen van RutaSur), konden we weer met ons huis op pad. Eerst even naar de supermarkt en daarna maar weer terug naar de camping. Een lekkere warme douche hadden we wel verdiend. De geplande pannenkoeken met ragout hebben we maar laten zitten. De mix die we gekocht hadden bleek namelijk met appelsmaak te zijn. Dat leek ons niet te combineren met kip-champignon-ragout. De rijst die we toen gekookt hebben, smaakte er overigens wel prima bij.

Dinsdag 18 november 2008                                                 Ushuaia, 16.35 uur

Na een zeer trage start zijn we om twaalf uur richting Nationaal Park vertrokken. We hadden bedacht dat we bij heel mooi weer lekker op de camping zouden blijven en dat we als het bewolkt zou zijn nog een dagje zouden gaan wandelen.  Aangezien het vanmorgen helemaal bewolkt was, zijn we dus op pad gegaan voor een wandeling langs Lago Roca. Gelukkig startte de auto vandaag wel gewoon dus konden we meteen op pad. Het park ligt maar zo’n twaalf kilometer van de stad af maar toen we er naartoe reden zagen we het mooie weer al aankomen. Toen we op de parkeerplaats bij het meer aankwamen, kregen we een schitterend uitzicht voorgeschoteld. Het waaide bijna niet en daardoor spiegelden de besneeuwde bergtoppen prachtig in het gladde meer.

De wandeling die we gemaakt hebben, volgde de contouren van het meer maar liep helemaal door het bos. Weer veel Lenga maar ook enkele andere koubestendige soorten groeiden langs de waterkant. Zoals al het bos dat we hier gezien hebben, wordt er eigenlijk niets weggehaald. Alleen als een boom omvalt en een pad blokkeert, wordt er een stuk tussenuit gezaagd en de rest blijft gewoon liggen. De wandeling bestond dus behalve gewoon wandelen ook uit klauteren over rotsen, het klimmen over omgevallen bomen en het proberen niet te struikelen over de talloze grote boomwortels die over het pad groeiden. Aangezien we bijna alleen waren, was het lekker rustig en hoorde je overal de vogeltjes vrolijk kwetteren. Af en toe hoorde je ook het geklop van een Patagonische specht. We hebben ook weer een stuk of vijf van deze grote vogels gezien. Het op de foto zetten valt nog niet mee omdat ze je niet erg dichtbij laten komen. En als je ze dan dichtbij hebt, zul je net zien dat de zon aan de verkeerde kant staat. Toch erg gaaf om deze beestjes bezig te zien. Overal waar je kijkt, zie je de sporen van hun activiteit. In iedere wegrottende boom zie je wel de gaten van de hamerende spechten.

Over de hele wandeling hebben we drie uur gedaan. Daarvan hebben we twee uur echt gewandeld en de rest van de tijd hebben we gebruikt om foto’s te maken, om achter spechten aan te zitten en om te picknicken. Het eindpunt was de Chileense grens. Die mag je eigenlijk niet oversteken maar er is daar midden in het bos geen mens die dat controleert. We hebben dus illegaal aan de Chileense kant een plasje gedaan ;-)
Om vier uur waren we terug bij de auto en toen zijn we naar een van de gratis campings gereden. Niet om er nu de nacht door te brengen maar gewoon om even een uurtje lekker niets te doen. Nu zitten we hier dus lekker in de zon. De camper als windscherm, een prachtig uitzicht op de besneeuwde bergtoppen en de koude 7-up is binnen handbereik. Petra probeert als een volleerd Klein Duimpje met broodkruimels vogels te lokken zodat ze die op de foto kan zetten. De vogels hebben er alleen nog niet zo’n zin in.
Als we er straks genoeg van hebben, gaan we nog even de stad in om de laatste mail te checken en de nieuwste verslagen op internet te zetten. Daarna boodschappen doen en terug naar de camping voor ons laatste nachtje in Ushuaia. Morgen gaan we Vuurland verlaten en gaan we de Andes in.

Woensdag 19 november 2008                                 Laguna Verde, 21.30 uur

Toen we vanmorgen om half acht opstonden in Ushuaia was het al vijftien graden. Ook de nacht was niet koud geweest. We hebben zelfs de dekens van de slaapzakken gegooid en wat van onze extra kleren uitgetrokken. De temperatuur is de hele dag goed gebleven en ook nu is het nog altijd zestien graden. De zon heeft bijna de hele dag geschenen. Alleen tijdens het eerste uurtje rijden heeft het een beetje geregend. Dat was helaas nog niet eens genoeg om de motorkap een beetje schoon te spoelen. De ruitenwissers hebben we dan ook maar zeven keer op en neer laten gaan.

Vandaag was een lange, lange reisdag. Dat was ingecalculeerd maar we hadden gehoopt helemaal tot in Puerto Natales te komen. Dat is niet helemaal gelukt.
We reden om vijf voor acht vanmorgen van de camping in Ushuaia af. De eerstvolgende stop was in Tolhuin om bij een grote bakker broodjes en gebakjes te kopen. Deze hebben we opgegeten bij de tweede stop, het tankstation in Rio Grande. Om twaalf uur waren we bij de Argentijnse grenspost. Daar hadden we de pech om achter een groep van tien Amerikaanse motorrijders aan te moeten sluiten. Niet alleen moesten die een voor een de immigratieformulieren invullen, ze moesten ook nog allemaal hun motor bij de douane in laten boeken. Daar moesten wij ook zijn om onze auto weer uit te laten boeken. Al met al duurde het hele circus ruim een half uur. Daarna volgden vijftien kilometer zeer slechte ripio en toen kwamen we achteraan een twee kilometer lange rij vrachtauto’s. Deze mochten we echter gewoon voorbij rijden zodat we vooraan aan konden sluiten. Bij de Chileense post werden blijkbaar geen vrachtwagen doorgelaten maar particulieren mochten wel door. We hadden hier alleen een bus mensen voor ons bij de immigratie, bij de douane waren we de enige. Uiteindelijk reden we om half twee Chili binnen. De volgende twee en een half uur hobbelden we over de meestal best goede ripio-weg richting Bahia Azul. Daar moesten we een kwartiertje wachten op de boot en die bracht ons weer veilig naar het vast land.

nderweg op de Straat van Maggelhaes zagen we ook nog een aantal dolfijnen langszwemmen. Zo hebben we vandaag toch nog dieren gezien die nieuw voor ons waren. Verder bestond de score vooral uit guanaco’s, nandu’s, ganzen en vooral heel veel schapen.

   

Eenmaal weer op het vaste land werd koersgezet richting Punta Arenas. Aangezien we nog geen Chileense pesos hadden en we niet genoeg benzine hadden om tot in Puerto Natales te komen, moesten we eerst vijftig kilometer van onze route afwijken. Het enige tankstation op weg naar Puerto Natales is namelijk redelijk primitief en accepteert geen creditcards of Argentijnse pesos. In Punta Arenas zijn we eerst richting centrum gereden. Daar zijn we bij een bank gestopt om even twee ton uit de muur te halen en daarna hebben we geprobeerd om het informatiebureau te vinden. Punta Arenas blijkt namelijk geen camping te hebben. Helaas was het toeristenbureau gesloten dus zijn we maar weer terug gereden richting onze oorspronkelijke route. Onderweg hebben we nog boodschappen gedaan bij een grote hypermarkt. Ze hadden er heel veel maar alleen erg weinig verse producten. De groenteafdeling had wortelen, aardappelen en knoflook. Alle andere groenten hadden ze alleen in de diepvries. Bij de vleesafdeling hadden ze heel veel biefstuk en rundergehakt. Alle het andere vlees hadden ze alleen in de diepvries.
Na boodschappen gedaan te hebben, zijn we vijftig kilometer teruggereden naar de splitsing richting Puerto Natales. Daar hebben we eerst de tank laten vullen. Dat is niet helemaal gelukt want de installatie was wat primitief. Er moest eerst ergens een dieselmotor gestart worden voordat er getankt kon worden. Daarna sloeg de pomp om de haverklap af dus na 35 liter vonden we het wel mooi geweest. Daarmee halen we het volgende tankstation wel.
Nu staan we bij het tankstation op de parkeerplaats. Faciliteiten zijn er niet maar we mogen alles in de struiken doen. Ons supersnelle menu bestond vandaag uit kipburgers met brood en roerbakgroenten. Binnen een kwartier op tafel en prima te eten.

Donderdag 20 november 2008                                Torres del Paine, 20.50 uur

Na een rustig nachtje op de vrachtwagenparkeerplaats bij Servi-Aike, werden we vanmorgen gewekt door een vrolijk schijnend zonnetje. Het was een graad of zestien en er waren veel wolken. Na een eenvoudig ontbijt vertrokken we om tien uur voor etappe twee naar Nationaal Park Torres del Paine. Het eerste doel was Puerto Natales. Dit is het stadje dat het dichtst bij het park ligt en van waaruit alle bussen en groepen vertrekken. De weg er naartoe was heel afwisselend. Het eerste stuk was de nog de ons nu zeer vertrouwd voorkomende Patagonische woestijnvlakte met droog gras en kleine struikjes. Daar grazen schapen en nandu’s. Onderweg zagen we het landschap langzaam veranderen. De schapen, nandu’s en guanaco’s bleven, maar er kwam steeds meer begroeiing en het werd steeds bergachtiger. Er kwam ook steeds meer kleur in het landschap. Met name de kleur geel is op dit moment zeer dominant aanwezig. Dat wordt veroorzaakt door de vele miljoenen paardenbloemen die op dit moment bloeien. Overal langs de weg zie je een gele waas maar ook op sommige velden zie grote gele vlaktes. Overigens alleen op die plaatsen waar geen schapen grazen. Die laten zich een sappig paardenbloempje niet ontgaan. Je ziet dan ook hele strakke grenzen waar de bloemen wel of niet groeien. Toevalligerwijs loopt op al deze grenzen prikkeldraad!

Naar mate dat we dichter bij Puerto Natales kwamen, werden de bergen hoger en kwamen er steeds meer besneeuwde toppen in beeld. Om een uur of één waren we in Puerto Natales en na een oriënterend rondje gereden te hebben, hebben we de tank vol laten gooien. Daarna hebben we de auto bij het informatiebureau geparkeerd en zijn we de stad in gelopen om boodschappen te doen. Een grote supermarkt hadden we zo gevonden en na een half uurtje hadden we genoeg eten bijelkaar verzameld om het een dag of vier in het park uit te houden. Ze hadden zelfs meer verse groente dan in Punta Arenas. Daar hebben we dus meteen maar gebruik van gemaakt.

Zwaar bepakt met boodschappen zijn we vervolgens neergestreken in een hosteria waar ze gratis Wifi aanboden. We hadden de laptop meegenomen dus onder het genot van een heerlijke Hamburguesa Completa (met avocado !!) konden we even snel kijken wat voor weer ons te wachten staat en hoeveel het geld hier nu eigenlijk waard is. 1000 pesos blijken ongeveer 1,21 euro te zijn. Dat betekent dat de boodschappen die we hier doen ongeveer net zo duur zijn als in Nederland. Er blijven natuurlijk wel verschillen. Een pond biefstuk voor anderhalve euro ben ik in Venlo nog nergens tegengekomen. Ook de benzine is nog steeds een stuk goedkoper dan thuis. Een liter diesel kost hier ongeveer zeventig cent. Argentinië is met maar vijftig cent nog een stuk goedkoper.

Na in de hotmail ook de leuke reacties op onze verhalen gelezen te hebben, zijn we even naar het informatiebureau gewandeld om wat regio-informatie te halen. Daarna hebben we de boodschappen opgeruimd en zijn we op pad gegaan naar NP Torres del Paine. We kozen voor de oude, lange weg en dat betekende ruim honderd kilometer ripio. De kwaliteit was weer eens prima (voor ripio-begrippen) dus we schoten best lekker op. De route voerde door dalen en langs meren en we hadden steeds een prachtig uitzicht op het Paine-massief. We zijn dan ook een aantal keren gestopt om foto’s te maken.

   

  

Bij de ingang van het park moesten we entreegeld betalen en ons laten registreren. Daarna zijn we het park ingereden op weg naar Lago Pehoe. Onderweg weer vele schitterende uitzichten en ook veel nandu’s en guanaco’s.

       

De weg was af en toe geweldig slecht maar uiteindelijk kwamen we veilig aan op camping Pehoe. Daar staan we nu op een leuk plekje met een eigen windscherm en barbecue. Aan beide hebben we niets. De wind staat zo dat de wind precies tegen de voorkant van ons windscherm aanwaait. De barbecue is zo groot dat je er eerst twee zakken houtskool in moet gooien voordat je vuur genoeg warmte maakt om het vlees op het rooster enigszins te verwarmen. Gelukkig hebben we onze eigen kleine barbecue bij ons. Die hebben we vandaag voor het eerst gebruikt. Houtskool verkopen ze in iedere supermarkt alleen aanmaakblokjes kennen ze hier niet. Met wat droog gras en droge takjes kom je echter ook een heel eind. De biefstukjes waren uiteindelijk prima gegrild. De kwaliteit van de biefstuk kon niet tippen aan die van afgelopen zondag maar dat lag meer aan de kwaliteit van het vlees dan aan de manier van grillen.

Het weer was vandaag zeer wisselvallig. Het begon met zon en wolken maar veranderde later in wolken en regen. Bij aankomst in Torres del Paine zaten de toppen eerst helemaal in de wolken, kwamen ze later bijna helemaal tevoorschijn maar zijn ze nu weer volledig in de wolken verdwenen. Voor morgen voorspellen ze zwaarbewolkt weer maar de rest van het weekend zou er ook een zonnetje te zien moeten zijn. We hopen het. Wat ons betreft mogen ze dan de wind ook weer uitzetten. De kans daarop is echter erg klein want het park staat onder andere bekend om zijn winderige karakter.

Vrijdag 21 november 2008                                     Torres del Paine, 20.00 uur

Na twee lange reisdagen was het vandaag weer even tijd voor een rustig programma. Met pas drie weken achter de boeg en nog vijf te gaan, moeten ons ook niet te gek laten maken door onze planning. Liever iets minder zien maar er dan wel van genieten. Zoals al voorspeld, was het vandaag zwaar bewolkt. Het zag er steeds uit alsof het ieder moment kon gaan regenen maar meer dan een paar verdwaalde druppels hebben we niet gezien. Door de stevige wind waaide alles over en ontstonden er zelfs af en toe gaten in de bewolking waardoor we blauwe lucht en de zon konden zien. Van het beetje zon dat we tijdens onze wandeling van vandaag gehad hebben, zijn we toch weer wat verbrand. De zon is hier duidelijk toch wat feller dan we gewend zijn. Of zou het toch door het gat in de ozonlaag komen?

Na een redelijk laat ontbijt zijn we met de auto naar de aanlegplaats van de veerboot over Lago Pehoe gereden. Daar hebben we ons rijdend huisje laten staan en zijn we te voet op weg gegaan naar Salto Grande. Dit is de ‘grote’ waterval die ze hier in het park hebben. We hebben moeite moeten doen om niet in lachen uit te barsten. Wat hier een grote waterval is, heet in Iguazu nog niet eens een stroomversnelling. Ach, we zijn wat watervallen natuurlijk wel wat erg verwend. Toch was een watervalletje tegen deze achtergrond ook wel weer mooi.

   

Vanaf de waterval zijn we verder gewandeld naar Mirador Cuernos. Vanaf dit uitzichtspunt heb je een mooi uitzicht op de ‘hoorns van paine’. Dit zijn twee pieken die de vorm hebben van twee hoorns. Waarom we er voor naar een mirador moesten wandelen is ons niet helemaal duidelijk. Vanaf de eerste meter hebben we namelijk een schitterend uitzicht gehad op de Cuernos. Het enige was dat je bij de mirador bijna aan de voet van de berg stond. Alleen een meer scheidde ons van de mogelijkheid om omhoog te klimmen. Niet dat we dat gedaan zouden hebben want de wanden gaan voor een groot deel loodrecht omhoog.

   

De wandeling was verder wel erg mooi. Door de beschutte ligging waaide het er bijna niet en het pad kronkelde door de lage begroeiing waardoor je steeds goed om je heen kon kijken. Er groeiden veel zachtgroene struiken die er door hun bolle vorm heel leuk uitzagen. Als je echter wat dichterbij keek (en voelde) bleek dat ieder blaadje eigenlijk een doorn was.

   

En zo waren er meer struiken die zich op die manier beschermden tegen vraatzuchtige dieren. Het was dan ook niet vreemd dat we geen guanaco’s tegenkwamen in dit deel van het park. Wel hebben we heel veel verschillende bloemen gezien. In alle kleuren, vormen en formaten zijn we ze tegengekomen. Petra heeft zich dus weer uit kunnen leven met de macrolens.

         

Na twee uurtjes wandelen waren we terug bij de auto en daar hebben we eerst een broodje gegeten. Daarna zijn we op weg gegaan naar Hosteria Las Torres. We hadden bedacht dat we morgen van daaruit naar de voet van de ‘Torres’ (torens) wilden wandelen. Dat is één van de ‘poten’ van de W-trekking die hier heel populair is. Oorspronkelijk hadden we die ook in onze planning staan maar bij nader inzien leek het ons niet verstandig om vier hele dagen op rij te gaan wandelen. We hebben zoiets nog nooit eerder gedaan en gezien de toestand van de knieën en enkels van Petra leek het ons beter om gewoon maar een aantal dagtochten te maken waarbij we zelf kunnen bepalen wanneer we teruggaan.

De weg naar de andere kant van het park was erg mooi. Hij slingerde zich tussen en over de verschillende kleinere bergen die rond het Paine-massief liggen en je had steeds weer een ander uitzicht op de bergen en de verschillende meertjes. Zeven kilometer voor het einddoel ging het mis. We moesten een riviertje over en daar hebben ze een leuk bruggetje neergelegd. Er stond al een bord bij dat het een gammel bruggetje was en dat alle passagiers te voet de brug over moesten. Helaas voor ons was het bruggetje net  2,09 meter breed en is onze camper op het breedste punt dat we konden meten 2,06 meter. Erg krap dus !! Omdat we geen zin hadden om ons op de brug klem te rijden, hebben we er maar vanaf gezien om over te steken. Dat betekent helaas ook dat de wandeling naar de Torres aan onze neus voorbij gaat. Daarvoor zullen we vast nog wel een andere leuke wandeling kunnen maken.
Onverrichter zake zijn we toen maar weer vijfentwintig kilometer teruggehobbeld naar de Camping bij Lago Pehoe. Onderweg hebben we behalve de gebruikelijke guanaco’s ook een patagonische vos gezien. Het is deze keer zelfs gelukt om hem op foto vast te leggen. Later op de camping hebben we ook nog een tweede exemplaar gezien.

   

Op de camping hebben we na aankomst eerst een lekker bordje soep gemaakt en vervolgens hebben we eigenlijk niets zinnigs meer uitgevoerd. Een beetje lezen, douchen, spelletje op de laptop en nu lekker eten.

 

Vorige Home Volgende