Chile-flagArgentinië en Chili - 2008

                          

 Home
Reisroute
1: BA en Iguazú
2: Atlantische kust
3: Atlantische kust
4: Ushuaia / Torres
5: Torres / Calafate
6: Chaltén / Ruta 40
7: Meren en Andes
8: Pucón / Meren
9: Terug naar BA
10: Naar huis
Home Tim en Petra

 

Week 6 - El Chaltén / Ruta 40

29 november t/m 5 december 2008

Zaterdag 29 november 2008                                              El Chaltén, 21.40 uur

 

Zonder spierpijn van de inspanningen van gisteren werden we vanmorgen om half negen wakker. Niets stond dus een nieuwe fysieke inspanning in de weg. Na het ontbijt zijn we dan ook meteen vertrokken richting Hosteria El Pilar. Dit hotel ligt ongeveer vijftien kilometer buiten El Chaltén en is alleen te bereiken via een zeer slechte ripio-weg. We hebben over dat stukje dan ook ruim een half uur gedaan. En dat om een wandeling te maken die ook gewoon vanuit het dorp gemaakt had kunnen worden. Dan was hij alleen ruim twee uur langer geweest. Het meisje bij het informatie-bureau had ons donderdag al verteld dat de wandeling vanuit het dorp een pittige wandeling van ruim vier uur (enkele reis) was. De kortere versie vanaf El Pilar zou lichter zijn en maar drie uur zijn. Aangezien wij een wandeling van een uur of zes ook al erg mooi vinden, besloten we naar El Pilar te hobbelen.

Bij de Hosteria hebben we de auto geparkeerd en al snel hadden we het juiste pad gevonden. Ook hier was er niet echt de mogelijkheid om verkeerd te lopen. We moesten het dal in en de Rio Blanco volgen. Dat hebben we dan ook braaf gedaan. Als dit de lichte versie van de wandeling was, zijn we blij dat we niet de zware versie gekozen hebben. Het ging namelijk veel bergop en bergaf. Wel allemaal door het bos dus de ondergrond was redelijk vlak en zacht. Onderweg zagen we in het bos overal bomen met gaten. De lenga wordt in een vroeg stadium van zijn ontwikkeling al aangetast door een rode schimmel. Deze vreet de boom terwijl hij groeit langzaam van binnenuit op. Als de boom zo verzwakt is dat hij het niet meer kan bolwerken, waait hij een keer om. Voor die tijd is het hout aan de binnenkant al zo ver aangetast door de schimmel dat spechten en andere dieren heel gemakkelijk het hout kunnen doorzoeken naar allerlei wormen, torren e.d. Ook vandaag hebben we weer een koppeltje Patagonische spechten gezien die graag op de foto gezet wilden worden. We konden redelijk dichtbij komen en de zon stond eens aan de goede kant. Jammer alleen dat de specht steeds wegkroop in het gat dat hij aan het hakken was. Het valse gefluit van Tim lokte hem echter keer op keer naar buiten.

 

Na twee uur wandelen kwamen we op het pad uit dat ook de wandelaars volgen die gewoon in El Chaltén vertrekken. Van hieruit gaat het pad ineens steil bergop. Binnen twee kilometer ging het vijfhonderd meter omhoog. Over dat stukje hebben we ruim een uur gedaan. Daarmee hoorden we bij de snelle wandelaars want we hebben heel veel mensen ingehaald. Het was een zware klim maar de beloning was een mooi uitzicht op Lago de Los Tres. Dit meertje ligt aan de voet van Fitz Roy en enkele andere toppen. Voordat we aan de klim begonnen, hebben we Fitz Roy voor het eerst even helemaal zonder wolken gezien. Dit is een zeldzame gebeurtenis. Snel daarna trokken er weer nieuwe wolken omhoog en was de top weer aan het zicht onttrokken. Toen we zelf boven stonden, was de top van Fitz Roy helaas nog steeds in de wolen. Ook van het meer hebben we niet veel gezien omdat het nog bedekt was door een laag sneeuw. Het onderliggende ijs heeft nog geen kans gehad om te smelten.

Eenmaal boven hebben we eerst onze boterhammen opgegeten en daarna zijn we weer aan de terugweg begonnen. Waar we op de heenweg nog een lekker zonnetje hadden met daarbij een stevig windje, veranderde dit op de terugweg in een dicht wolkendek met een harde en koude wind. Omdat we geen zin hadden om nat te worden, hebben we het tempo hoog gehouden. De verschillende gletsjers die langs de route te zien waren, hadden we op de heenweg al op de foto gezet dus daar hoefden we niet meer voor te stoppen. Daardoor waren we na iets minder dan zes uur weer terug bij de auto.

 

 

 

 

   

   

Moe maar voldaan zijn we teruggereden naar El Chaltén. Daar hebben we de camping opgezocht die we donderdag al gezien hadden. Hier hebben ze elektriciteit zodat we de accu weer op kunnen laden en ze hebben heerlijke warme douches. Na drie dagen waren we daar wel weer even aan toe. Tijdens het douchen kwam Tim erachter dat na zeventien jaar trouwe dienst zijn gouden kettinkje besloten had een nieuwe eigenaar te zoeken. Dat had hij dit jaar al twee keer eerder geprobeerd maar nu is het dan toch gelukt.

Na een drankje en een stukje chocolade, hebben we om kwart voor acht vlak bij de camping een leuke bistro gevonden. Daar hebben we heerlijk gegeten. Weliswaar weer biefstuk maar deze keer eens apart klaargemaakt en geen enorme grote porties. Zo hadden we ook eens de kans om een lekker toetje te nemen.

Zondag 30 november 2008              Gobernador Gregores, 20.00 uur

Dachten we gisteren nog geluk gehad te hebben met het zien van Mount Fitz Roy zonder wolken, blijkt dat we eigenlijk beter vandaag de wandeling hadden kunnen maken. Toen we vanmorgen wakker werden, scheen de zon en was het al zestien graden. Het was zelfs helemaal helder. Ook de toppen van de hoge bergen waren vrij van wolken. Tijd dus om nog maar weer wat mooie foto’s te maken.

Na een rustig ontbijt, rustig opruimen en rustig boodschappen doen, gingen we even internetten. Dit ging ook erg rustig. Zo rustig dat we met moeite onze mail gelezen hebben. Alle andere activiteiten mislukten. Met onze website konden we niet eens verbinding krijgen. Geen nieuw verslag dus voor het thuisfront.

Om één uur vertrokken we richting Tres Lagos. Onderweg zijn we nog een paar keer gestopt om wat foto’s te maken maar verder hebben we lekker genoten van het gladde asfalt. Bij Tres Lagos hebben we de tank nog eens volgegooid en daarna zijn we op zoek gegaan naar een camping. Hoewel er volgens de gids een camping zou moeten zijn, hebben we hem niet gevonden. We hebben alle drie de straten van het dorp gehad maar helaas. Omdat het pas drie uur was, besloten we de ruta40 op te rijden om de eerste kilometers ripio alvast achter ons te hebben. We konden altijd ergens langs de weg kamperen.

De eerste negentig kilometer gingen zeer voorspoedig. De kwaliteit van de weg was over het algemeen best goed en we konden gemiddeld vijftig tot zestig rijden. De weg liep door een canyonachtige omgeving en was verder weinig uitdagend. Af en toe moesten we een overstekende koe, nandu, guanaco of gordeldier ontwijken en om de -tig kilometer moest er even aan het stuur gedraaid worden omdat er een bocht in de weg zat. Na negentig kilometer hoorden we een vreemd geluid aan de auto en nadat we gestopt waren, bleek al snel wat er mis was: een lekke achterband. Gelukkig had Tim dinsdag nog geoefend dus het verwisselen was een fluitje van een cent. Binnen twintig minuten zat het nieuwe wiel erop en zag Tim eruit als een varken. Wat volgde waren zeventig zenuwslopende kilometers. Aangezien we maar één reservewiel hebben, hoopten we geen tweede lekke band te krijgen want dan hadden we een groot probleem. Aangezien het al duizend kilometer op ripio goed gegaan was, was het kansrekentechnisch natuurlijk erg onwaarschijnlijk dat we een tweede lekke band zouden krijgen. De ruta40 is echter niet echt een druk bereden route en een tegenligger of inhaler is een zeldzaamheid. Daarbij kwam ook nog eens dat de kwaliteit van de weg flink achteruit ging vanaf het moment dat we de afslag naar Gobernador Gregores hadden genomen. Dit stadje ligt eigenlijk niet op de route en we hadden net besloten om rechtstreeks door te rijden naar Bajo Caracoles. Zonder reservewiel leek het ons echter niet verstandig nog 250 kilometer te gaan rijden dus zijn we toch maar afgebogen naar Gobernador Gregores zodat we daar onze band kunnen laten maken.
Na een eindeloze hobbelweg kwamen we om zeven uur hier aan. We werden begroet met heerlijk glad asfalt. Dat bracht ons snel naar de netjes aangegeven camping. Helaas bleek deze niet geopend. Aangezien we wel het terrein op konden rijden, hebben we ons toch maar op de camping geïnstalleerd. De toiletgebouwen zijn gesloten maar er staan genoeg struikjes om bij hoge nood even achter te duiken. Als we hier verder niet meer worden weggejaagd, blijven we vannacht gewoon staan en gaan we morgenvroeg op zoek naar een reparateur voor onze achterband. Daarna willen we verder hobbelen naar Bajo Caracoles.

Het weer is hier evenals in El Chaltén erg mooi. Het is nu nog ruim boven de twintig graden en als we de voorspellingen die we op internet hebben gelezen moeten geloven, gaan we het de komende dagen nog heel warm krijgen. Na de kou van de afgelopen weken hebben we daar geen moeite mee.

Maandag 1 december 2008                         Perito Moreno, 20.20 uur

Onze gratis camping van afgelopen nacht was misschien niet de beste keuze. Toen we om tien uur allebei op de bank al in slaap waren gesukkeld, hebben we het bed gespreid en zijn we gaan slapen. Althans dat was de bedoeling.  Argentijnen hebben echter een beetje een vreemd levensritme. Om half elf stroomden er allerlei figuren de camping op die bij de barbecues vuurtjes begonnen te stoken en daar hun vlees gingen grillen. Wat volgde was een onvervalste picknick. Een andere groep maakte ook een vuur maar ging vervolgens met een gitaar liedjes zitten zingen. Dat geheel duurde tot ongeveer kwart voor een en toen werd het stil op de camping. Ergens in de nacht kwamen er toen nog nieuwe kampeerders bij die een tentje opzetten en dat ‘s morgens in alle vroegte ook weer afbraken. Al met al hebben we dus niet heel geweldig geslapen. En dat terwijl er voor ons eigenlijk niets aan de hand was want er is niemand die tot nu toe ook maar een vinger uitgestoken heeft naar onze camper. Wat betreft veiligheid is er hier dus niets aan de hand. Dat werd beaamd door het Franse echtpaar dat we vanmorgen bij het tankstation spraken. Zij waren al maanden aan het reizen door Uruguay, Brazilië, Argentinië en Chili maar waren zeer te spreken over de manier waarop je hier kunt reizen. Er wordt af en toe wel eens vreemd gekeken als je met je camper ergens rijdt of staat maar daar blijft het bij. Vervelende reacties hebben we eigenlijk nog nergens gehad.

Nadat we om kwart over acht opgestaan waren, hebben we eerst alles opgeruimd en vervolgens zijn we naar het tankstation gereden. Daar hebben we de tank weer volgegooid en gevraagd waar we onze band konden laten maken. We werden doorverwezen naar de gomeria aan de hoofdstraat. Toen we daar aankwamen was het tien voor negen en was de zaak nog gesloten. Omdat we er vanuit gingen dat hij pas om tien uur open ging, dachten we voor de deur mooi even te kunnen ontbijten. We hadden het brood echter nog niet gesmeerd of er kwam iemand aanrijden en de tent ging open. Het wiel hadden we al onder de auto uit gehaald dus de plakmeneer kon meteen aan de slag. Het gat was niet erg moeilijk te vinden en binnen een kwartier was de band weer gemaakt. Hij heeft nog even alle andere banden gecontroleerd en daar waar nodig wat lucht bij gedaan of uitgelaten. Nadat hij ook nog het wiel weer als reservewiel onder de auto had bevestigd, mochten we twintig pesos afrekenen en toen konden we op pad. Eerst naar het tankstation waar we ontdekt hadden dat ze weer eens gratis wifi hadden. Helaas net zo traag als in El Chaltén dus ons reisverslag uploaden zat er weer niet in. Daarna hebben we even gebabbeld met een Vlaamse dame die met haar Franse echtgenoot in een landrover door Zuid-Amerika aan het reizen was. Althans zij praatte en wij kwamen er af en toe ook nog tussen ;-)

Om tien uur reden we uiteindelijk de ruta40 weer op en kon het schudden weer beginnen. De eerste kilometers waren nog matig maar daarna ging het tot Riera eigenlijk zeer voorspoedig. Daar werden we vervolgens geconfronteerd met de logica van de Argentijnse wegenbouwers. Tussen Riera en Las Horquetas hebben ze, in de middle of nowhere, ineens spiegelglad asfalt neergelegd. Op de kaart stond wel dat dat stond te gebeuren maar niet dat het al klaar was. Helemaal opgefleurd gingen we volgas richting westen. Na vijfenvijftig kilometer genieten werden we keihard teruggegooid in de realiteit. Wat volgde waren eerst vijftig kilometer zeer matige ripio. Die gingen vervolgens over in een verschrikkelijke Kwalitatief Uitermate Teleurstellende weg. Dat was helaas een stuk van ruim negentig kilometer. Het schoot dus totaal niet op.

   

Na Bajo Caracoles (het enige ‘dorp’ onderweg maar het verdient die naam eigenlijk niet) hebben we afgezien van een ritje naar de Cueva de las manos. Nog negentig kilometer extra van dit soort weg zagen we niet zitten. In plaats daarvan wilden we bij een toeristische estancia stoppen. Van daaruit zou je in twee uur naar de grot kunnen wandelen. Groot was dan ook onze teleurstelling toen we bij de camping aankwamen er een heel groot bord op de poort hing met slechts één woord: CERRADO ! Petra heeft nog even rondgekeken maar er was helaas niemand te vinden.
Daarna zijn we maar op zoek gegaan naar een plaatsje waar we dan wild konden kamperen. Dit vonden we uiteindelijk in de vorm van een vlak stukje grond een meter of vijftien van de doorgaande weg. Daar hebben we een uurtje gestaan en toen bleek dat de enorme leegte van Patagonië in het algemeen en die langs de ruta40 in het bijzonder toch behoorlijk wat indruk op Petra had gemaakt. Ze zag het eigenlijk niet zitten om zo helemaal alleen op de wereld in het midden van nergens te gaan overnachten. Omdat Perito Moreno nog maar zo’n zeventig kilometer verder was, hebben we alles weer ingeladen en zijn we weer de weg opgedraaid. Wat volgde was tien kilometer ripio en toen was er ineens asfalt. Als we dat een uur eerder hadden geweten......

Binnen een uur waren we tenslotte in Perito Moreno waar we nu neergestreken zijn op de Camping Municipal. We mochten zelf een plaatsje uitzoeken en staan dus nu lekker op het gras. Dat was niet helemaal de bedoeling maar dan hadden ze maar niet moeten zeggen dat we zelf mochten kiezen. Eenmaal geparkeerd zijn we eerst even in de supermarkt wat koud drinken gaan halen en daarna zijn we lekker in onze stoeltjes buiten gaan zitten. We hebben nog een praatje gemaakt met twee Nederlanders die ook met een camper van RutaSur op pad zijn en verder doen we vandaag niet veel meer. Het weer is hier zeer aangenaam. De zon heeft de hele dag geschenen en het was ruim boven de dertig graden. Nu om negen uur zijn het nog steeds zesentwintig graden. Enige minpuntje dat we hebben kunnen ontdekken, is dat ze hier muggen hebben.

Dinsdag 2 december 2008                                       Perito Moreno, 19.30 uur

Dat we toch echt op een verkeerde plaats waren gaan staan werd ons vanmorgen om negen uur duidelijk gemaakt toen er een boze man op onze deur begon te kloppen. Of we zo snel mogelijk onze auto van het gras wilden halen want dat was voor kampeerders en daarbij moest hij het gras water geven. Na eerst op ons gemak een en ander te hebben opgeruimd, hebben we de camper  maar naast de verblijfsruimte op de gravel gezet. Dat was de enige plaats waar ze verder nog elektriciteit hadden. Toch vreemd dat je voor de slechtste plaatsen het meest moet betalen. Nu hebben we daar nog geluk mee gehad gisteren. Ze hadden ons de verkeerde prijzen verteld en daar kwamen ze achter toen we wilden betalen. Ondanks ons aanbod om de juiste, duurdere, prijs te betalen, hoefden we toch maar het eerdergenoemde bedrag te betalen.

Nadat we de camper hadden verplaatst, hebben we eerst ontbeten en daarna zijn we het dorp eens gaan verkennen. Daar waren we snel mee klaar. De hoofdstraat hadden we zo gezien en de zijstraatjes stelden nog minder voor. Wel zijn we nog even bij het informatiebureau binnen gewandeld. De mevrouw daar begreep ons niet helemaal maar dat was niet zo erg want we begrepen haar ook niet zo goed. De informatie die ze ons gaf was nogal gedateerd (prijzen van 2006-2007) maar de folders die ze had waren wel nuttig. Ook kon ze ons het adres geven van een bureau dat excursies naar Cueva de las manos organiseert. Daar zijn we vervolgens heen gewandeld. Helaas was het gesloten.

Omdat het heerlijk zonnig en warm (±25°C) was, hebben we de rest van de dag lekker lui in de zon en in de schaduw doorgebracht. De camper hadden we toch maar weer verplaatst naar een iets meer beschut plekje waar we iets meer privacy hebben. De campingmedewerker moet nu wel de stroom voor zijn waterpomp ergens anders vandaan halen maar dat is zijn probleem. Als lunch hadden we de restanten van de macaronisalade van gisteravond. Het was zoveel dat het bijna een volledige maaltijd was.

Tegen de avond zijn we nog eens gaan kijken of het reisbureautje al open was. De deur was dicht maar buiten troffen we iemand die ons wel kon helpen. Nu worden we morgen om negen uur bij de camping opgehaald en worden we naar een estancia gereden van waaruit we naar de grot met de handen kunnen wandelen. Toen we dat eenmaal geregeld hadden, zijn we eens gaan controleren hoe het met de internetvoorzieningen in dit dorp gesteld is. Dat viel flink tegen. De computers waren antiek en de verbinding verschrikkelijk traag. De mail lezen ging nog net en ook MSN’en ging een tijdje goed. Helaas was dat we op een gegeven moment alleen nog maar konden lezen wat vanuit Nederland werd geschreven. Onze eigen berichten kwamen niet meer aan. Opnieuw opstarten werkte ook niet meer en een mailtje versturen was al helemaal uitgesloten. Jammer.

Woensdag 3 december 2008                                    Perito Moreno, 19.05 uur

Gisteravond verdween de zon al regelmatig achter de wolken en toen we vanmorgen wakker werden, was het helemaal bewolkt. ‘s Nachts was het ook al niet echt warm meer geweest en die lijn werd in de dag voortgezet.

Om negen uur werden we opgehaald door de gids die we ingehuurd hadden voor een excursie naar de Cueva de los manos. Hij werkt voor Guanacondor en zijn ouders hadden tot voor een jaar geleden de Estancia Telken. Dit is een van de eerste estancia’s die haar deuren opende voor toeristen. In dit geval was het om wat extra geld binnen te krijgen nadat door de uitbarsting van de vulkaan Hudson in 1991 de asregens het grootste deel van de schaapskudde had gedood. Zijn grootvader was een Nederlander en dat zie je nog terug in zijn naam: Juan Guillerme Nauta.

De rotsschilderingen zijn te bereiken via een zijweg bij Bajo Caracoles of via twee estancias die dichter bij Perito Moreno liggen. Maandag waren we de zijweg bij Bajo Caracoles voorbij gereden omdat we geen zin hadden in nog eens negentig kilometer ripio. De route via Estancia Casa las piedras hebben we toen ook al verkend maar de camping daar was nog gesloten. Bleef dus de derde mogelijkheid over: via Estancia Los Toldos. Dit bleek uiteindelijk ook de beste keuze. Volgens onze gids was de route via Casa las Piedras veel langer en zwaarder dan dat wat we vandaag gedaan hebben. Bij de route via Bajo Caracoles krijg je minder mooie uitzichten op de canyon van de Rio Pinturas.

Aangezien we vandaag de enige gasten waren, werden we per pickup vervoerd en de eerste stop was bij Estancia Los Toldos. Daar mochten we twee entreekaartjes kopen. Voor de afwisseling was het eens goedkoper dan in de reisgidsen stond. In plaats van vijftig pesos per persoon hoefden we er maar vijftien te betalen. Na de financiële afhandeling werden we twintig kilometer het binnenland in vervoerd. Uiteindelijk kwamen we uit bij de rand van de canyon van de Rio Pinturas. Deze canyon is in de loop van de tijd uitgesleten door gletsjers en de Rio Pinturas. Als je het miezerige stroompje nu ziet, kun je je bijna niet voorstellen dat daardoor zo’n diepe canyon is ontstaan. De canyon is 270 meter diep en 480 meter breed. Waar de canyon zelf bestaat uit kale, rode rots, is het dal langs de rivier groen. Er groeien wilgen en allerlei andere planten. 

   

Vanaf de rand van de canyon moesten we omlaag wandelen over een smal pad met veel losse stenen en steengruis. Behalve het gewone gruis bestaat de bodem in dit gebied ook voor een groot deel uit vulkanische as van de uitbarsting van de vulkaan in 1991. Eenmaal beneden bij de Rio Pinturas moesten we een gammel bruggetje oversteken aan daarna moesten we aan de ander kant weer omhoog naar het bezoekerscentrum. Het eerste stukje ging via een trap en daarna moesten we een lang pad door een smalle kloof volgen. Onze gids vond echter dat we ook de korte, steile en rechtstreekse route konden nemen. Via een paadje dat al heel lang niet meer gebruikt was, klauterden we inderdaad vrij snel omhoog. Daar waren we precies voor de bui binnen. De lucht was langzaam zwart geworden en de eerste bliksemflitsen hadden we al gezien. De eerste druppels vielen toen we naar binnen gingen en daarna volgde een enorme hoosbui compleet met hagel, donder en bliksem. Gelukkig hadden we toch wat tijd gereserveerd om te lunchen dus dat kon mooi terwijl we wachtten totdat het wat droger werd. Tegelijk met ons was nog een groepje van drie Amerikanen met gids aangekomen. Ook zij hebben eerst gegeten en daarna gingen we met z’n vijven onder leiding van onze gids langs de schilderingen. Hij sprak beter Engels dan de officiële gidsen dus deed hij zelf maar het verhaal. Hij deed dat erg goed. Hij wist heel veel en kon er leuk over vertellen. De schilderingen zijn tussen de 10.000 en 1300 jaar oud en zijn in verschillende periodes geschilderd. Er zijn dan ook verschillende stijlen te onderscheiden. De meeste afbeeldingen zijn van handen. Dit zijn bijna allemaal negatieven. Gemalen stenen van bepaalde kleuren werden gemengd met een oplosmiddel en terwijl er een hand voor werd gehouden werd door het holle bot van een nandu deze verf tegen de rotswand gespoten. Aangezien de meeste mensen blijkbaar ook toen al rechtshandig waren, hielden ze het bot vast met die rechterhand en maakten ze dus een negatief van hun linkerhand. Er zijn dan ook maar heel weinig afbeeldingen van rechterhanden gevonden. Van de achthonderd handen zijn er maar dertig rechterhanden. Omdat de gebruikte pigmenten en oplosmiddelen niet van organische oorsprong waren, kunnen ze niet met een C14-methode gedateerd worden. Datering is nu gebeurd door het onderzoeken van verschillende lagen in de grot en door pollenonderzoek. De gids liet duidelijk merken dat hij het niet met alle officiële theoriën eens was en hij liet dan ook regelmatig zijn eigen naspeuringen en ervaringen horen. Behalve de vele handen, zijn er ook afbeeldingen van nandu’s, guanaco’s en mensen. Complete jachttaferelen zijn uitgetekend. Er wordt verondersteld dat het tekenen van afbeeldingen op de rotsen een manier was om de goden te verzoeken om iets te doen. Het tekenen van drachtige guanaco’s was dus een manier om te vragen voor een groei van de populatie van deze voor het volk belangrijke prooidieren.

 

We hebben ruim een uur langs de verschillende secties met schilderingen gewandeld en heel veel foto’s gemaakt. We hadden verwacht dat het echt in een grot zou zijn maar dat bleek niet het geval. Er was wel een grot waar de vroegere bewoners van het gebied in de winter schuilden maar de meeste schilderingen waren daarbuiten. Onder verschillende overhangende stukken rots waren de vele schilderingen aangebracht. Ondanks dat ze op deze manier schijnbaar veel worden blootgesteld aan weer en wind zijn ze heel goed geconserveerd gebleven. Dit komt met name doordat het in het gebied, met uitzondering van vandaag, heel erg droog is. De gemiddelde neerslag per jaar is maar tweehonderd millimeter.

   

   

Eenmaal bij de laatste schilderingen gekomen, werden de Amerikanen door hun gids opgehaald om dezelfde weg terug te wandelen. Wij leverden onze helmen in en gingen met onze gids onder de railing door. Daar volgden we een smal paadje omlaag naar de Rio Pinturas. We gingen zo nog verder de canyon in en dat was wel erg mooi.

   

Bij de rivier aangekomen moesten de schoenen uit en met opgerolde broekspijpen zijn de naar de overkant gewaad. Daar volgden een paar honderd meter door het zand. Normaal gesproken was dit los zand en als je dat eenmaal gehad had, waren je voeten droog. Na de plensbui van anderhalf uur eerder was het echter erg modderig en was het schoonmaken van de voeten wat lastiger. Toen dat eenmaal gelukt was, zijn we aan de klim naar de auto begonnen. Deze was minder steil dan de heenweg dus voor ons stelde het niet zo veel voor. Onze gids had echter wat meer kilo’s mee te torsen en hij moest toch echt om de paar honderd meter even op adem komen. Ook hij haalde gelukkig het eindpunt van de wandeling.

         

Daarna volgde de terugweg over ripio, door modderpoelen, langs een meer met flamingo’s en tot slot de asfaltweg naar Perito Moreno. Om vijf uur waren we tenslotte weer terug op de camping. Daar ontdekten we dat iemand onze thermometer gejat had. Die hadden we op de bumper van de auto laten staan en blijkbaar kon iemand er niet met z’n vingers vanaf blijven. Een vervelende afsluiting van een verder zeer geslaagde dag.

          

       

       

Donderdag 4 december 2008                                                         Esquel, 21.00 uur

Toen we vanmorgen wakker werden was de lucht weer helderblauw en het zonnetje scheen weer vrolijk op de camper. De temperatuur was al redelijk aangenaam en dat is de rest van de dag ook zo gebleven. Blijkbaar hebben we gisteren gewoon geluk gehad met het weer. Bij zonnig weer schijnt het in de canyon van de Rio Pinturas namelijk bloedheet te zijn. Dinsdag hadden ze voor de grot tweeënveertig graden gemeten.

De dag stond in het teken van een verplaatsing van A naar B. A was in dit geval Perito Moreno en B was Esquel. Deze plaatsen liggen ongeveer 540 kilometer uit elkaar en daar hebben we ruim negen uur over gedaan. Het begon al in Perito Moreno waar ze bij het tankstation aan de doorgaande weg geen diesel meer hadden. We moesten in de middag maar eens terugkomen...... We zijn toen maar teruggereden naar het dorp waar nog ergens een YPF-station was. Hier hadden ze gelukkig wel diesel dus konden we vandaag toch gewoon verder. Om negen uur was de bakker ook net open dus konden we vers brood meenemen voor onderweg. Om tien over negen konden we dan eindelijk op pad. De eerste tien kilometer gingen over asfalt dus dat ging prima. Daarna konden we onze lol weer op: ripio. En niet zomaar ripio. We staan er nog steeds versteld van dat het steeds weer slechter kan. We waren er gisteren door Juan al voor gewaarschuwd maar de realiteit was nog veel erger dan we ons hadden voorgesteld. De eerste vijfenzeventig kilometer bestonden vooral uit grote keien. Door de keiharde ondergrond worden deze niet de grond ingereden. Hier worden alleen de kleine stenen de grond ingereden en wat uit blijft steken zijn de grotere keien. En daar stuiter je dan in je camper met een snelheid van twintig kilometer per uur overheen. Het is een prima vervanging voor de trilplaat in het fitnesscentrum.

       

Echt vrolijk werden we er niet van. Zeker niet omdat ze tien meter verderop bezig waren met het aanleggen van een nieuwe weg. De mooie vlakke ondergrond was op de meeste plaatsen al klaar. Het enige wat er nog hoeft te gebeuren is het aanbrengen van een laagje asfalt. Ach, wij wilden avontuur en dat hebben we gekregen. We hebben er echter wel voor gekozen om ons avontuur met iets minder ripio te gaan uitvoeren. De eerste echte grote routewijziging is daarmee een feit. Omdat we het gehobbel een beetje zat zijn en omdat de camper voor dat soort werk toch niet echt geschikt is, hebben we besloten het stuk Carretera Austral dat we in Chili wilden rijden over te slaan. Om nog eens bijna vijfhonderd kilometer over slechte ripio te gaan rijden alleen voor de mooie omgeving vinden we iets te veel van het goede. We denken dat we op een iets prettigere manier ook nog wel hele mooie dingen kunnen zien. We zijn daarom dus richting Rio Mayo gereden in plaats van naar de Chileense grens. Over de honderdtwintig kilometer naar Rio Mayo hebben we ruim drie uur gedaan. Toen mochten we eindelijk de ripio achter ons laten. Alleen nog vierhonderd kilometer verharde weg zouden we nog hoeven te rijden. Helaas verscheen al na tachtig kilometer weer het gevreesde oranje bord met de tekst DESVIO (omleiding) langs de weg. Dat betekent dat je over een tijdelijke en meestal waardeloze ripio-weg langs wegwerkzaamheden wordt geleid. We hebben vandaag drie van dat soort omleidingen mogen rijden en dat was toch ook weer goed voor zo’n veertig kilometer ripio. Ons totaal komt daarmee nu boven de 1500 kilometer op een totaal van ruim 7500 kilometer!

We hadden vandaag wat problemen met de mevrouw in het kastje. Soms begrijpen we elkaar niet helemaal. Ze heeft vandaag de hele dag geprobeerd om ons iedere ripio-weg op te krijgen die we tegenkwamen. Gelukkig kunnen we ook zelf kaartlezen en besloten we gewoon de verharde weg te volgen. Het is wel fijn dat je haar stem ook gewoon uit kunt zetten. Het zou trouwens best prettig zijn als dat bij sommige mensen ook zou kunnen. Tot het moment dat we Esquel binnenreden, probeerde ze nog om ons twee uur extra te laten rijden. Blijkbaar zitten toch niet de meest actuele routekaarten in haar systeem. Ook onze kaart is overigens niet helemaal up-to-date. Er staan verharde wegen op aangegeven die toch echt nog worden aangelegd.

Het landschap hebben we vandaag langzaam zien veranderen. Van de Patagonische vlakte zijn we nu langzaam het merengebied binnengereden. Dat betekent dat het wat heuvelachtiger is en dat het in de dalen al veel groener is. Guanaco’s, nandu’s en schapen maken langzaam plaats voor koeien en paarden.

Om kwart voor zes reden we Esquel binnen. Daar hebben we eerst een grote supermarkt gezocht om onze voorraad weer een beetje aan te vullen. In de vorige plaatsen hebben we alleen de dagelijkse benodigdheden gekocht omat ze niet veel meer hadden. Daarna hebben we een camping net buiten het stadje opgezocht. We hadden al gezien dat ze daar gras hadden en na alle gravelcampings leek ons dat wel wat. Nu staan we dus lekker op een grasveldje met een eigen barbecue en een privé-lantaarnpaal. We hebben vanavond lekkere biefstukjes gegrild en die met ratatouille en gebakken aardappelen opgegeten. Zo meteen hebben we nog verse aardbeien als toetje. Ja, reizen is afzien ;-)

 

 

Vrijdag 5 december 2008                                       Villa Futalaufquen, 19.00 uur

 Ook vandaag was weer een dagje afzien. Om tien uur opstaan, in het zonnetje ontbijten en rustig op andermans kosten internetten. Als iemand zijn toegang tot het draadloos netwerk niet beveiligd, kun je gewoon via zijn/haar account internetten. We hebben dat deze reis al vaker bij een YPF-tankstation gedaan maar daar mocht het gewoon. Of het hier ook de bedoeling was, weten we niet. Het zou kunnen dat het het netwerk van het Petrobras-tankstation aan de overkant van de weg was. In ieder geval was het netwerk snel genoeg om de grote bestanden van onze reisverslagen te uploaden naar de server van onze website. Op het moment dat we echter iedereen via de hotmail op de hoogte wilden brengen van de update, werd de verbinding verbroken.

Na de ramen van de camper eens gewassen te hebben, zijn we op zoek gegaan naar een tankstation. De Petrobras tegenover de camping viel al snel af. Op de pomp hadden ze een papier geplakt met de tekst dat voor auto’s met een buitenlands kenteken de prijs voor een liter diesel $3,45 was. Hoewel we een auto met Argentijns kenteken hebben, hebben we het er niet op gegokt en zijn we gaan tanken bij de YPF in Esquel. Daar kostte een liter diesel ‘gewoon’ $2,04. Op hun bord kon je wel zien dat ook zij af en toe aparte prijzen voor buitenlanders rekenen. Nu stond er niets ingevuld en hebben we ook gewoon de normale prijs bepaald. In reisgidsen en reisverslagen van anderen hadden we al over dit soort praktijken gelezen maar we waren het nog niet tegengekomen.

 

 

Bij de YPF hadden ze weer wifi dus hebben we daar maar een mail naar iedereen gestuurd met de mededeling dat de website weer bijgewerkt is. Daarna zijn we boodschappen gaan doen bij een grote supermarkt. Terwijl Petra na het winkelen op zoek ging naar een pinautomaat, vond Tim nog een onbeveiligd netwerk en heeft hij nog even gekeken wat de weersvoorspellingen zijn voor de komende dagen. Het ziet er naar uit dat het tot donderdag in ieder geval zonnig en warm blijft. Dagtemperaturen oplopend naar dertig graden, nachttemperaturen dalend naar vier graden.

    

Eenmaal weer van geld voorzien, zijn we tegen één uur richting Nationaal park Los Alerces vertrokken. Het was maar een kort ritje naar het park. Toen we er echter bijna waren, bleek de weg afgesloten te zijn en mochten we het hele stuk weer terug om via een andere route alsnog in het park te komen. De route was wel erg mooi. Na de Patagonische vlakte zitten we nu midden tussen de bergen. Hier liggen een aantal grote, blauwe meren en er groeien overal bomen. Het is één van de minst aangetaste natuurgebieden van de Andes en je kunt er enkele van de oudste bomen ter wereld vinden. Er schijnen bomen te staan van ruim 2600 jaar oud. Of we die nog te zien gaan krijgen, ligt eraan of we nog ergens uit kunnen vinden hoe laat de boot vertrekt. Bij Villa Futalaufquen hebben we eerst een hapje gegeten en daarna hebben we een wandelingetje gemaakt. Het was maar een korte maar onderweg hadden we wel een mooi uitzicht op Lago Futalaufquen. Ook hebben we nog een paar oude rotsschilderingen gezien. In vergelijking met Cueva de las manos stelde het natuurlijk niets voor maar het was toch weer even leuk om te zien.

   

Na de wandeling zijn we naar de camping gereden. Daar hebben we ons op een leuk plaatsje geïnstalleerd. Vervolgens zijn we met onze stoeltjes naar het meer gewandeld en daar hebben we lekker anderhalf uur in de zon gezeten. We hebben ook het water even uitgeprobeerd maar veel verder dan wat pootjebaden zijn we niet gekomen. Het water was toch nog wat aan de koude kant. De zon was wel erg fel dus toen we het idee hadden dat we rood begonnen te worden, zijn we teruggegaan naar de camper. Daar hadden we graag nog buiten willen zitten totdat het echt af begint te koelen. De muggen zijn het daar echter niet mee eens. Omdat we geen zin hebben om helemaal lek geprikt te worden, zijn we maar binnen gaan zitten.

Vorige Home Volgende