Argentinië en Chili - 2008
|
|
Week 7 - Merengebied / Andes 6 t/m 12 december 2008 Zaterdag 6 december 2008 Villa Futalaufquen, 20.20 uur
Vandaag hebben we het Nationaal park Los Alerces verder verkend. Om tien uur reden we op de camping weg. Na eerst bij de supermercado twee flessen 7up te hebben gekocht, zijn we langs het Lago Futalaufquen naar het noorden gereden. Al na één kilometer ging het asfalt over in ripio dus hebben we het lekker rustig aan gedaan. Het hele traject tot Lago Verde is ongeveer vijfendertig kilometer dus we hoefden ons niet te haasten. Onderweg zijn we dus regelmatig gestopt om een korte wandeling te maken. De eerst was naar een kleine waterval. Natuurlijk niet te vergelijken met de watervallen in Iguazú maar toch weer leuk.
De tweede wandeling was naar de mirador bij Lago Verde. Na een stevige klim hadden we een prachtig uitzicht over dit meer. Overal rond de meren groeien bomen tegen de bergen aan. Dat dit heel veel verschillende soorten zijn, zagen we bij onze derde wandeling. Na over een hangbrug een schitterend blauwgroen riviertje te zijn overgestoken, volgden we het natuurbelevingspad. Met verschillende borden werd vanalles over de natuur in het park uitgelegd. Ondanks dat het alleen in het Spaans was, konden we redelijk volgen waar het over ging. Als je even de tijd kunt nemen om te begrijpen wat er staat kom je een heel eind. Eén van de belangrijkste redenen waarom het gebied tot Nationaal park is uitgeroepen is het voorkomen van de Alercebomen Deze bomen lijken wat op cipressen en komen alleen in redelijk koude gebieden voor. Ze groeien heel langzaam (één millimeter per jaar) maar kunnen heel oud worden. De oudste bomen in het park zijn meer dan tweeduizend jaar oud. De oudste die we vandaag gezien hebben was ‘pas’ driehonderd jaar oud. Het is een uitstervende soort want het gebied waar ze leven wordt steeds gematigder wat temperatuur betreft. We hebben ruim anderhalf uur over het rondje van vier kilometer gedaan. Onderweg hebben we van wat drijfhout nog een picknickbankje in elkaar geknutseld zodat we met de voeten in het water onze broodjes op konden eten. Het water is in de meren prachtig blauw. Helaas geeft de kleur ook de temperatuur aan. Zwemmen is er dan ook niet bij. Overigens niet vreemd voor meren die voor een groot deel gevoed worden met smeltwater.
Toen we klaar waren met onze wandeling zijn we teruggereden naar de camping. We hadden besloten dat we toch niet zo’n zin hadden om uren op een boot te gaan zitten om een paar grote bomen te zien. Dan was het ook handiger om terug te gaan naar de camping van afgelopen nacht omdat we van daaruit gemakkelijker weer op de grote weg kunnen komen als we morgen verder trekken. Daarbij is het een prima camping en hebben ze een leuk strandje waar we de rest van de middag hebben doorgebracht. Het is duidelijk weekend want het is druk op de camping. Zoveel mensen hebben we de afgelopen vijf weken nog niet op een camping bij elkaar gezien. Zondag 7 december 2008 Bariloche, 21.30 uur Was het gisteren voor onze begrippen al druk in het park en op de camping, vandaag was het nog veel drukker. Toen we om kwart over tien van de camping af reden, waren de eerste daggasten al gearriveerd. Argentijnen gaan hier in het weekend gewoon een dag naar de camping om daar lekker buiten te zijn en met de hele familie te kunnen barbecueën. We zijn hier nog geen camping tegengekomen die niet voor ongeveer iedere kampeerplaats een eigen barbecue had. Dat is dan meestal een betonnen of gemetselde constructie waar een verroest rooster bij hoort. Daar wordt overdag en ‘s avonds vlees op gegrild en later wordt dit vaak opgestookt tot een leuk kampvuurtje. Zelfs bij de meeste picknickplaatsen tref je deze fogones aan. Onderweg naar Esquel kwamen we hele files van auto’s tegen die op weg waren naar het meer. Vaak een bootje achter de pickup maar altijd een koelbox achterin. We zijn vanmorgen eerst teruggereden naar Esquel. Daar hebben we eerst wat vers brood gehaald en daarna hebben we bij de YPF even op internet gekeken naar de weersvoorspellingen. Die zien er nog prima uit dus gingen we vol goede moed op weg naar Bariloche. Onderweg zijn we nog even gestopt in het dorpje El Bolsón. Daar hebben we even een rondje gewandeld. Er was een markt met allerlei handgemaakte artikelen uit de regio. Dit is de top-attractie van het dorp. Iedere dinsdag, donderdag en zaterdag wordt de markt gehouden en in het zomerseizoen doen ze het ook nog een keer op zondag. We hadden er niet op gerekend dat het seizoen al begonnen was maar blijkbaar komen we langzaam in de buurt. De markt hadden we vrij snel gezien en dus was er verder niets dat ons nog tegenhield om verder te rijden. Het eerste deel van de route van vandaag ging weer over de voor ons nu wel vertrouwde patagonische niksheid. Pas in de buurt van El Bolsón werd het weer een beetje interessant. We zijn nu echt de bergen in gegaan en door de groene dalen reden we verder naar het noorden. Overal bloeien struiken en op de bergen groeien overal bomen. De toppen van de meeste bergen zijn nog voorzien van witte vlekken van nog niet gesmolten sneeuw. Ook de weg is een stuk boeiender om te rijden. Veel bochten en na iedere bocht verwacht je weer een nieuw schitterend blauw meer te zien liggen. De snelheid moet wel wat worden aangepast aan deze nieuwe omgeving. Je kunt niet meer automatisch negentig gaan rijden. Sommige bochten zijn daar voor ons autootje toch echt te scherp voor. Om
half vijf kwamen we aan bij Bariloche. Dit is een stad van ruim honderd-duizend
inwoners. Het was al een tijdje geleden dat we zo’n grote stad hadden gezien.
Het is één van de belangrijkste toeristische centra van Argentinië dus dachten we
wel even een camping te kunnen vinden. De eerste twee waren inderdaad zo
gevonden. Ze waren alleen totaal niet geschikt voor onze camper. Pas bij de
derde, ruim vijftien kilometer buiten de stad, hadden ze vlakke plaatsen met
elektriciteit. Hier staan we dan in een dennenbos. Zon krijgen we hier niet maar
dat is ook niet zo erg. In de zon is het hier namelijk bloedheet. Als we graag
in de zon willen zitten, kunnen we hier vlakbij naar het strand. De camping ligt
namelijk vlak aan een heel groot meer. Maandag 8 december 2008 Bariloche, 20.15 uur Aangezien het vandaag een nationale feestdag was, bleef het gisteravond lang druk op de camping. Hoewel er laat op de avond toch al veel mensen weg waren, bleef het lang rumoerig. Waar in Europa de nachtrust op de camping meestal rond een uur of tien ingaat, staat hier overal dat je geacht wordt vanaf middernacht rekening te houden met je medekampeerders. Wat er vandaag gevierd werd, wisten wij als goede katholieken natuurlijk: Maria Onbevlekt Ontvangen. Aangezien je zo’n belangrijke feest niet ongemerkt voorbij kunt laten gaan, hebben we ons vandaag verder niet ingespannen. We zijn dus laat opgestaan en zijn na het ontbijt naar het strand gegaan. Daar was verder helemaal niemand. De andere mensen kwamen pas na de siësta. Toen waren wij echter alweer vertrokken. Het was namelijk helemaal helder en de zon is ook hier ongelofelijk fel. Daarbij was het ook nog eens bloedheet en waaide het nauwelijks. De enige verkoeling was een beetje pootjebaden in het meer. Aangezien het water nog blauwer (en ‘dus’ kouder) is dan in Futalaufquen, was zwemmen geen optie. De rest van de middag hebben we bij de camper in de schaduw genoten van lekker koud drinken en hebben we wat zitten lezen. Later hebben we nog wat boodschappen gedaan en hebben we bij de receptie wat geïnternet. Dat ging goed totdat Tim de USB-stick in de computer stak. Toen sloeg het apparaat op tilt en was het afgelopen met internetten. Gelukkig was er geen blijvende schade en konden we na een tijdje toch nog verder. Bij alle Argentijnse supermarkten hebben ze een ruime selectie aan ijs in de diepvries. Helaas is dat voor ons niet handig. We hebben alleen een klein vriesvakje en het bevriezen van een flesje water duurt daarin toch al gauw twee dagen. Nu zit er vlak bij de camping een supermarkt die tot tien uur open is dus gaan we zo meteen na het eten lekker een bakje Häagen-Dazs aardbeienijs halen als toetje. Hebben we zes weken zo ons best gedaan om niet te veel dikmakende dingen te eten en dan gaan we hier aan de camembert en de bakken ijs...... ! Dinsdag 9 december 2008 Bariloche, 21.15 uur Het ijs smaakte gisteravond uitstekend. Een heel bakje was helaas iets te veel voor ons dus hebben we het restant in ons vriesvak gestopt. Vanmorgen was het nog steeds netjes bevroren. Aangezien we vandaag echter met de auto op pad gingen, moest er op de accu gekoeld worden en dan wordt het blijkbaar toch iets minder koud. Toen we vanavond de rest van het ijs op wilden eten, bleken we alleen nog lauwe aardbeienmilkshake over te hebben. Jammer! Na het ontbijt zijn we vanmorgen eerst een stukje van het Circuito Chico gaan rijden. Dit is een route van ruim zestig kilometer door de omgeving. Onderweg zouden er allerlei mooie dingen te zien moeten zijn. De eerste vijftien kilometer van de route hadden we zondag al gereden op weg naar de camping dus we hoefden er nog maar dertig. Het was een mooie route maar de meeste ‘bezienswaardigheden’ hebben we maar overgeslagen. Dat waren namelijk stranden, restaurants en hotels. Wat we niet hebben overgeslagen is het schitterende uitzicht op een aantal van de meren.
We waren al bijna rond en hadden niet meer gerekend op zo’n hoogtepunt. Het is dus toch niet voor niets dat hier allemaal touringcars en minibusjes dit rondje rijden. Vanaf een hooggelegen punt kon je over een groot gebied uitkijken. Bij een heldere lucht zagen de meren er prachtig blauw uit. Na twee dagen rust konden de camera’s weer vol aan de bak.
Nadat we genoeg gezien hadden, hebben we het rondje verder afgemaakt en daarna zijn we boodschappen gaan doen. We hadden gepland om nog een stukje te gaan wandelen en wilden onderweg toch ook nog een hapje eten. Voorzien van vers voedsel zijn we vervolgens naar Cerro Cathedral gereden. Dit is één van de belangrijkste skidorpen van Argentinië. Er was nu natuurlijk niets meer te skiën maar de grote gondelbaan gaat nog wel helemaal omhoog naar 1890 meter. Het tempo waarin de passagiers worden vervoerd is echter erg langzaam. Per kwartier worden er ongeveer dertig passagier naar boven gebracht. Gelukkig voor de skiërs zijn er voldoende andere liften als alternatief. De hele berg wordt doorkruist met skiliften in allerlei soorten en maten. De meest aparte was de gecombineerde twee- en vierzits stoeltjeslift. Bij de aankoop van de kaartjes kregen we twee tombolabonnetjes en in de wachtruimte mochten we kijken wanneer we aan de beurt waren. Het bleek dat we nog drie gondels moesten wachten voordat we naar boven mochten. Na het inleveren van de bonnetjes bleek dat we niets gewonnen hadden. We mochten wel mee omhoog. Op 1890 meter was het niet erg warm meer. De thermometer gaf aan dat het twaalf graden was. In de zon was het gelukkig wel aangenaam dus de truien hoefden niet aan. Als bonus mochten we ook nog met de gecombineerde stoeltjeslift verder omhoog. Alleen de tweepersoonsstoeltjes werden gebruikt dus het schoot niet echt op. In de tussentijd konden we wel genieten van het geweldige uitzicht op Bariloche en de meren. Eenmaal helemaal boven aangekomen, hebben we eerst wat foto’s gemaakt. Dit viel wat tegen omdat het wat heiig was. Daarna wilden we graag een wandeling maken. Volgens de reisgidsen zouden er verschillende wandeling zijn uitgezet. Wij hebben ze echter niet kunnen vinden. Misschien dat ze nog niet zo ver zijn gekomen. Er lagen nog zoveel restanten sneeuw dat het waarschijnlijk nog niet zo lang mogelijk is om boven te wandelen. Desalniettemin zijn we toch een stukje gaan lopen. Daar zijn we echter snel mee gestopt. Door de smeltende sneeuw bergop baggeren is niet onze voorstelling van een leuke wandeling. Zeker niet als je boven de boomgrens zit en het enige om je heen kale rots is. Het is duidelijk dat het hoge deel van het skigebied veel te lijden heeft van de wintersportactiviteiten. In de winteer ziet het er met sneeuw waarschijnlijk fantastisch uit maar als de sneeuw eenmaal gesmolten is, blijft er een lelijke, kale berg over. Na ons brood opgegeten te hebben, zijn we dan ook maar naar beneden gegaan. Het begon ook helemaal te betrekken dus hadden we boven niets meer te zoeken.
Eenmaal weer beneden zijn we naar Bariloche gereden. Een stukje buiten het centrum hebben we de auto aan het water geparkeerd en vervolgens zijn we de stad ingewandeld. Eerst een korte stop bij het informatiekantoor en daarna hebben we de winkelstraten een beetje verkend. Daar waren we snel mee klaar. De meeste winkels waren nog dicht en de wat open was, verkocht voornamelijk souvenirs en chocolade. Bariloche staat namelijk bekend om zijn chocolade. Er zijn dan ook overal chocoladewinkels. Soms hele kleine maar er zijn ook een aantal enorm grote winkels bij. In sommige winkels kun je zelfs meekijken hoe de bonbons e.d. worden gemaakt. We hebben er een aantal bekeken en omdat we ons er al zo lang op hadden verheugd hebben we ook maar wat chocolade gekocht. Geen megaverpakking zoals ze hier in de vorm van kartonnen huisjes verkopen maar gewoon een bescheiden doosje. Nu alleen nog hopen dat de bonbons niet smelten. Snel opeten dan maar... Eenmaal voorzien van chocolade, zijn we teruggegaan naar de camping. Onderweg hebben we nog wat boodschappen gehaald voor het avondeten. Terug op de camping is Petra een uurtje gaan internetten en winkelen (Pharmacia voor nieuwe hooikoortsmedicatie en wasserette voor het ophalen van de was) en heeft Tim eens wat gelezen over de gebieden die we nog willen gaan bezoeken. Vreemd genoeg was het deel van de reis tot hier goed voorbereid maar zijn de activiteiten voor de resterende weken nog een beetje vaag. We hebben in ieder geval alvast bedacht dat we vanaf morgen aan onze themaweek ‘Vulkanen’ gaan beginnen. Op naar Chili dus. Woensdag 10 december 2008 Aguas Calientes, 19.30 uur Waar we eigenlijk al verwacht hadden dat het gisteravond zou gaan regenen, is het toch de hele nacht droog gebleven. Pas toen we ons vanmorgen klaarmaakten om te vertrekken, begon het echt te regenen. Een mooi moment dus om het Argentijnse merengebied te verlaten. Het was helemaal grijs en het zag er niet naar uit dat het voorlopig beter zou worden. Volgens de ‘actuele’ website die we om half elf raadpleegden bij het tankstation waren dit ‘ Scattered clouds’. We zijn dan zeer benieuwd hoe het er hier uitziet als het ‘cloudy’ is. Na getankt te hebben voor een normale prijs (bij de rest van de tankstations vragen ze ruim drie pesos voor een liter diesel!) zijn we richting Chili gereden. Het waren maar honderd kilometer tot de grens dus we waren al vroeg bij de eerste grenspost. Daar kregen we eerst bij een hokje de formulieren die we in moesten vullen en een stempelkaart. Met deze kaart moesten we vervolgens bij immigratie en douane stempels verzamelen. Pas als we de kaart vol hadden, mochten we het land uit. Gelukkig was het niet druk dus hadden we onze stempels snel bij elkaar. Na een klein stukje rijden moesten we de stempelkaart inleveren en toen die gecontroleerd was, mochten we veertig kilometer door de bergen rijden naar de Chileense grenspost. Het was een mooie route en het was wel apart om de sterke scheiding in vegetatie te zien tussen de Argentijnse (oost-)kant en Chileense (west-)kant van de Andes. Waar aan de Argentijnse kant voornamelijk naaldbomen en wat struiken groeien, vind je aan de Chileense kant ineens een tropisch bos met ontelbare verschillende soorten bomen en struiken. Dat komt omdat het water dat op de Grote oceaan verdampt door de overwegende oost-west-stroming tegen de Andes wordt geblazen. Omdat de wolken dan omhoog moeten, regent het aan de Chileense kant veel meer dan aan de Argentijnse kant. In combinatie met veel zon en een aangename temperatuur, krijg je dan een veelzijdige begroeiing. Ook de Chileense grenspost werd in recordtempo genomen. Hier moesten we zelfs nog een extra stempel halen voor de controle van onze auto op verboden produkten. Ook deze controle konden we deze keer weer glansvol doorstaan. Geen illegale sinaasappels, aardappelen of vleesproducten in onze koelkast. Eenmaal in Chili moesten we eerst boodschappen doen. In Entre Lagos vonden we een winkel die doorging voor supermarkt. Ze hadden niet zo veel maar we hebben toch een leuk menu voor twee dagen kunnen samenstellen. Daarna zijn we een stukje teruggereden naar het Parque National Puyehue. Onderweg hadden we een schitterend uitzicht op een aantal vulkanen die hier in de regio te bewonderen zijn. De aarde is hier nog behoorlijk actief en dat zie je onder andere terug in het aantal thermaalbaden dat hier in de buurt te vinden is. Bij één van deze baden zijn we nu neergestreken. Het plaatsje hier heet Aguas Calientes en dat geeft precies aan waar het hier om draait. Aan de picknicktafels te zien moet het hier in de zomer erg druk zijn maar nu is het nog lekker rustig. Aangezien we bij het oversteken van de Andes niet alleen Argentinië maar ook de bewolking achter ons hebben gelaten, was het bij aankomst lekker zonnig en warm. Na ons oriënterend rondje zijn we dan ook lekker in de zon gaan zitten om weer een beetje op te warmen. Morgen gaan we hier in de omgeving wat wandelen en vervolgens het thermaalbad uitproberen. Donderdag 11 december 2008 Aguas Calientes, 21.30 uur We waren gisteravond voorbereid op een koude nacht maar dat bleek toch niet helemaal het geval te zijn. Toen vanmorgen de zon op de camper begon te branden, hebben we dan ook maar snel een raampje opengezet. De rest van de dag is het zonnig en warm geweest. Pas tegen de avond kwamen er wolkenvelden langsdrijven die de zon af en toe verdreven. Na het ontbijt zijn we op pad gegaan om de drie wandelingen te maken die in Aguas Calientes staan aangegeven. We zijn begonnen met de langste en zwaarste. Via een slingerpad en heel veel trappen ging de wandeling omhoog naar een mirador. Van daaruit had je een mooi uitzicht op een stukje van het Puyehue-meer en op de gelijknamige vulkaan. Ook kon je beneden het dorpje zien liggen. De klim ging helemaal door het tropische bos en we kregen pas iets van het uitzicht te zien toen we boven waren. Onderweg groeiden heel veel verschillende soorten bomen die allemaal bedekt waren met mos en andere planten. Dieren hebben we nauwelijks gezien. Af en toe een hagedis maar bijna geen vogels. We hebben wel af en toe wat leuke vogelgeluiden gehoord maar de bijbehorende dieren lieten zich niet zien.
Na bij de mirador wat foto’s gemaakt te hebben, zijn we nog een stukje verder gewandeld. De route ging eerst nog wat omhoog maar daarna ging het door de modder steil omlaag. Omdat het er niet naar uit zag dat het nog een fatsoenlijk pad ging worden, zijn we op een gegeven moment maar teruggewandeld. Na anderhalf uur wandelen waren we toen weer terug op de camping. Daar hebben we eerst even wat gedronken en daarna hebben we de ruim vierhonderd meter lange wandeling naar het thermaalbad gemaakt. Hoewel de lengte niets voorstelde, was het wel een mooi pad langs de wilde (volgens de Lonely Planet) rivier. Nu is het niet meer dan een aardig beekje maar het was wel mooi. Daar hebben we ook onze eerste kolibries gezien. Ze wilden alleen niet stil blijven zitten voor een foto.
Tot slot hebben we nog een rondwandeling van twee kilometer gemaakt langs een ander stuk van de rivier. Daar ging het wat steiler omlaag dus stroomde het water wat harder. In deze tropische omgeving ziet dat er dan ineens heel leuk uit. Ook hebben we ontdekt dat langs de rivier ook een aantal kleine thermaalbronnen zijn. We hadden er gisteren wel al mensen in zien liggen maar hadden niet verwacht dat het water inderdaad zo warm zou zijn. Later op de middag heeft Tim ook zo’n poel uitgeprobeerd. Het was inderdaad lekker warm en je kon het er een stuk langer in uithouden dan in het echte thermaalbad. Nadeel was wel dat je na afloop helemaal onder de troep zit en je dat dan in de ijskoude rivier moet afspoelen. Toen we onze wandelingen eenmaal gemaakt hadden, vonden we dat we als lunch best bij het restaurant mochten aanschuiven. Daar hadden ze voor het enorme bedrag van zesduizend pesos (ongeveer €7,50) een dagmenu. Voor dit bedrag kregen we een lekkere kippensoep vooraf, zalm met frietjes als hoofdgerecht en een lekker ijs als toetje. We hebben dit weggespoeld met een paar flesjes lokaal bronwater. Het was niet bijzonder maar het smaakte prima. Na het eten hebben we eerst een uurtje in de zon uitgebuikt bij de camper en Tim heeft met een bak water en een sponsdoekje de auto wat gewassen. Om half vijf zijn we eens naar het thermaalbad gewandeld. Daar was het niet erg druk. Alles bij elkaar waren er misschien tien mensen aan het badderen. Het water in het bad was behoorlijk warm. Het bronwater dat uit de grond komt is ongeveer 75 graden en wordt met rivierwater gemengd tot een temperatuur die voor de mens iets prettiger is. Toch is het nog flink zweten; zeker als de zon ook nog eens flink schijnt. Het is niet een bad waar je lekker een uurtje in ronddobbert. Er wordt ook geadviseerd om maximaal vijftien minuten achter elkaar in het water te blijven. Dit hebben we echter niet gehaald. We zijn wel een aantal keren opnieuw het water in gegaan maar meestal niet veel langer dan vijf minuten. De rest van de tijd hebben we op de rand in de zon gezeten of onder het afdakje in de schaduw. Eigenlijk stelde het hele bad niet zoveel voor. Het was misschien vijf bij vijftien meter groot en zestig centimeter diep. Langs de wanden waren bankjes in het water. Een paar douches en voetbaden bij de ingang en een lange overkapping met kratten waar je je spullen kon opbergen en dat was alles. De ligging is echter wel erg mooi. Je kunt vanuit het bad ongeveer meteen de rivier inlopen en overal om je heen zie je tropisch bos. Al met al hebben we het er toch zo’n anderhalf uur uitgehouden. Nadat Tim ook de modderpoeltjes had uitgeprobeerd en weer was afgekoeld in de rivier zijn we teruggegaan naar de camping. Daar hebben we lui wat gelezen en een film gekeken op de laptop. Daarna heeft Petra nog een lekkere omelet gebakken die we met ons laatste brood hebben opgegeten. Vrijdag 12 december 2008 Pucón, 20.30 uur We hadden vandaag een druk programma. Daarom liep al om half negen de wekker af in ons rijdende huisje. Omdat we in Aguas Calientes geen brood konden krijgen, hebben we onze noodvoorraad geroosterd brood maar opgemaakt. Terwijl Petra afscheid nam van het toiletgebouw, gebruikte Tim de tuinslang die bij het gebouw lag om de auto nog even af te spoelen. De auto had hij gisteren wel gewassen maar de opbouw was nog wat stoffig. Toen zowel de hele camper als Tim schoongespoeld waren, konden we op pad. Eerst moesten we naar Osorno. Daar konden we de vierbaans autosnelweg opdraaien. Dat schoot lekker op. Jammer dat we er na vijftig kilometer alweer vanaf moesten omdat we bedacht hadden dat je op een verplaatsingsdag ook nog best een blokje cultuur kunt doen. We zijn dus omgereden via Valdivia. Daar hebben we eerste getankt, de weerberichten bekeken en een kipburger gegeten. Daarna zijn we doorgereden naar Niebla. Daar liggen de resten van één van de forten die in de zeventiende en achtiende eeuw de toegang tot de baai van Corral verdedigden. Deze baai gaf toegang tot de kolonie Valdivia en die moest onder andere beschermd worden tegen Hollandse piraten. De resten van de verschillende forten zijn nu nog te bezichtigen. Het fort van Niebla is niet het best geconserveerde maar wel het fort dat het gemakkelijkste te bereiken is. Toen we de auto op de parkeerplaats hadden gezet, werden we meteen benaderd door een man. We verwachtten dat hij de kosten voor het parkeren kwam innen maar het bleek dat hij zijn diensten als gids kwam aanbieden. De moeite die het hem echter kostte om ons dat duidelijk te maken, was voor hem signaal genoeg om te begrijpen dat we zijn diensten niet nodig hadden. Bij de ingang hoefden we vervolgens geen entreegeld te betalen. ‘Pay after visit’ kregen we te horen. Later bleek dat de dame van de kassa even weg was en ons dus niet kon helpen. Toen we achteraf betaalden kregen we echter een zeer uitgebreide beschrijving van alles wat we net gezien hadden. Het was wel prettig geweest als we die Engelse beschrijving er meteen bijgehad hadden. Nu hebben we een beetje doelloos rondgedwaald tussen de restanten van het fort. Ach, het uitzicht op de baai was op zich eigenlijk het entreegeld van omgerekend anderhalve euro ook al waard.
Toen we het fort gezien hadden, zijn we teruggereden naar Valdivia. Daar hebben we de camper net buiten het centrum langs de weg geparkeerd en zijn we te voet de stad ingegaan. Onze timing was natuurlijk weer uitstekend. Midden in de siësta, als alle winkels dicht zijn, gingen we de stad in. We hadden het dus snel gezien. Wat langer hebben we bij de vis- en fruitmarkt rondgekeken. Niet omdat het aanbod nu zo spectaculair was maar omdat achter de markt in de rivier de aalscholvers, pelikanen, meeuwen en zeeleeuwen ruzie maakten om de visresten die in het water terechtkwamen. Het was wel leuk om even naar te kijken.
Eén van de zaken die nog wel open was tijdens de siësta was de tweede McDonalds van deze vakantie. De eerste was ruim zes weken geleden in Buenos Aires. We hebben lekker een sundae-ijsje gehaald en toen zijn we teruggewandeld naar de auto. Vervolgens zijn we ruim honderd kilometer verder gereden naar Villarica. Daar hebben we boodschappen gedaan bij een grote supermarkt en toen waren het nog zo’n twintig kilometer naar Pucón. Daar staan we nu op een camping op loopafstand van het centrum . Zo kunnen we dus ook ‘s avonds mooi nog een keer de stad in wandelen om te eten of om eens te kijken hoe het hier met de voorbereidingen op het kerstfeest gesteld is. De meeste etalages in de steden die we de laatste dagen hebben bezocht, zijn namelijk al helemaal in kerstsfeer ingericht. Nu is het natuurlijk ook al bijna kerstmis maar voor ons gevoel klopt het niet helemaal. Korte broeken, veel zon en temperaturen van rond de dertig graden passen niet helemaal in ons beeld van kerstmis. Al zijn we na Egypte, India, Sri Lanka en Jordanië toch al iets gewend op dit gebied. Het grote verschil is wel dat we nu voor het eerst in een katholiek land zijn! Na een leuk plekje op de zeer beschutte camping te hebben uitgezocht zijn we het stadje eens gaan verkennen. Eén van de eerste dingen die we tegenkwamen was een bord met evacuatieaanwijzingen. Pucón ligt namelijk aan de voet van een actieve vulkaan. De laatste uitbarsting dateert alweer van 1984 maar bovenin de krater is nog steeds een actief lava-meer. De Villarica heeft de klassieke vorm die je je voorstelt bij een vulkaan en er komt ook af en toe een wolkje rook uit de krater. Dan moet het wel helder genoeg zijn om de top te kunnen zien. Toen we aan kwamen rijden was dit niet het geval maar toen we onze wandeling door de stad maakten, trok het langzaam open. De belangrijkste activiteit die hier in Pucón wordt aangeboden door de dertig reisbureaus is een beklimming van de Villarica. Die laten we echter aan ons voorbij gaan. We gaan ons beperken tot een aantal iets minder fysiek belastende bezigheden. We zijn ons nog aan het oriënteren op de verschillende mogelijkheden. Bij het informatiebureau hebben we genoeg boekjes en kaarten meegekregen met activiteiten om ons hier nog wel een week bezig te houden. Dat is op zich niet erg omdat we besloten hebben niet naar Puerto Varras en Puerto Montt te gaan. Zo hebben we wat extra tijd om hier rond te kijken en kunnen we op de terugweg in Argentinië nog de Zeven-meren-route rijden en bij Villa La Angustura een dagje wandelen.
|