Chile-flagArgentinië en Chili - 2008

                          

 Home
Reisroute
1: BA en Iguazú
2: Atlantische kust
3: Atlantische kust
4: Ushuaia / Torres
5: Torres / Calafate
6: Chaltén / Ruta 40
7: Meren en Andes
8: Pucón / Meren
9: Terug naar BA
10: Naar huis
Home Tim en Petra

 

Week 8 - Pucón / Meren / Dinosaurussen

13 t/m 19 december 2008

 Zaterdag 13 december 2008                                                           Pucón, 20.15 uur

 

Het regeltje uit het verslag van gisteren waarin we aangeven dat we ons met minder fysiek belastende activiteiten gaan bezighouden, mag als niet geschreven worden beschouwd. We weten nu waarom we het de rest van de week zo rustig aan hebben gedaan. We zijn dan wel niet de vulkaan op geweest vandaag maar de wandeling die we in plaats daarvan hebben gemaakt, was minstens zo inspannend. Na het ontbijt zijn we naar Parque National Heurquehue gereden. Dat ligt ongeveer vijfendertig kilometer van Pucón en is een wat minder bezochte attractie in de regio. Wat ons betreft ten onrechte!

De laatste veertien kilometer tot het park gingen weer eens over ripio. De kwaliteit van het wegdek viel niet tegen maar de weg was wel heel smal en slingerde met haarspeldbochten omhoog. Gelukkig kwamen we geen tegenliggers tegen want anders hadden we een probleem gehad. Dan had er iemand achteruit terug gemoeten. Na een half uurtje wiebelen kwamen we bij de ingang van het park. Daar kregen we tegen betaling van het entreegeld een mooie kaart van het park zodat we wisten wat we allemaal konden doen. Dat wisten we echter al. We wilden de wandeling ‘Los Lagos’ maken. We dachten dat het een wandeling van een uur of vier zou kunnen zijn. Bij de entree probeerden ze ons al uit die droom te helpen. Tweeëneenhalf uur naar de meren, twee uur voor het rondje en dan nog tweeëneenhalf uur terug. Totaal dus zeven uur. Aangezien we wat aan de late kant waren (half twaalf) wilden we eens kijken in hoeverre dat schema klopte. Het waren tenslotte maar zo’n zeven kilometer naar de meren. Uiteindelijk hebben we over dat stukje toch ruim anderhalf uur gedaan. De route was namelijk niet helemaal vlak. En dan drukken we het nog voorzichtig uit. Het grootste deel ging gewoon steil omhoog. We waren weer blij dat we onze wandelstokken bij ons hadden. Zowel bergop als bergaf maken die het wandelen toch een stukje gemakkelijker. Alleen op de vlakke stukken zijn ze behoorlijk irritant. We zijn voorlopig dus nog geen goede Nordic Walkers.

   

Ondanks dat het pad helemaal door het tropische bos liep en we dus niet vol in de zon liepen, was het behoorlijk warm. Het zweet stroomde dan ook van ons lichaam en de T-shirts waren binnen een kwartier al zeiknat. Veel drinken was dus belangrijk. Regelmatig stoppen dus voor een slokje water en om te genieten van prachtige uitzichten op de omgeving. Het was vandaag helemaal helder en dus konden we de Villarica-vulkaan in alle glorie in de verte zien liggen. Met af en toe een pluimpje rook uit krater zag het er helemaal geweldig uit.

   

Toen we na anderhalf uur bij Lago Chico aankwamen, zijn we vol goede moed begonnen aan de ronde langs Laguna El Torro, Laguna Verde en Laguna Huerquehue. Deze laatste hebben we uiteindelijk niet meer gehaald. Toen we nog weer een half uur geklommen hadden en er hier en daar pijntjes begonnen op te treden, leek het ons verstandiger om niet door te wandelen. We zijn dus teruggelopen naar Laguna El Torre en hebben daar in een kleine baai lekker gepicknickt. Tim heeft zelfs nog even een duik genomen in het meer. Het water was heerlijk en zo was meteen alle zweet en stof even verdwenen. Dat kwam echter weer snel terug toen we verder liepen naar Laguna Verde en op weg gingen naar de afdaling. Tijdens de terugweg hebben we nog twee zijpaden bewandeld die naar verschillende watervallen leidden. Deze waren eigenlijk best de moeite waard. We hadden ons er niet zo veel van voorgesteld maar het viel dus niet tegen.

   

Behalve de watervallen en de meren was de wandeling ook erg mooi vanwege de begroeiing. Er groeien heel veel verschillende soorten bomen en struiken in dit gebied. Naast de soorten die we al kenden uit eerdere parken en uit de tuincentra in Nederland, groeien in dit park ook de Araucaria’s. Deze boom, die ook de parasolboom, parapluboom of in het Engels monkey-puzzle-tree wordt genoemd, groeit van origine alleen in een smal gebied in de Chileense en Argentijnse Andes. Hij komt al tweehonderd miljoen jaar voor en kan veertig meter hoog en ruim duizend jaar oud worden. Hij heeft lange, spitse bladeren die afvallen naarmate de boom hoger wordt. Wat je dan overhoud is een lange kale stam met alleen bovenin een parasolvormige structuur van takken en bladeren. Het is een heel apart boom die nog maar weinig voorkomt. We hebben er vandaag best veel gezien. Sommige staan gewoon los tussen de andere begroeiing maar er zijn ook hele stukken bos die alleen uit Araucaria’s bestaan. Dat zijn dan wel de stukken waar je niet kunt komen en waar de bomen dus ongestoord kunnen groeien.

       

Om half zes waren we uiteindelijk terug bij de auto. Daar hebben we eerst wat kouds gedronken (hoera voor de koelkast) en daarna begon het deel van de tocht waar Petra zich al de hele dag op had verheugd: het terug hobbelen over de smalle ripio-bergweg met haarspeldbochten. Achteraf viel het heel erg mee. Weer geen tegenliggers op de smalle stukken en Tim reed de haarspeldbochten met wasborden zo langzaam dat de auto geen kans kreeg om aan de achterkant uit te breken. Na boodschappen gedaan te hebben bij de grote supermarkt die ze hier natuurlijk ook hebben, waren we rond half acht weer op de camping. De was en de slippers die we als teken van reservering op onze plaats hadden laten liggen, lagen nog op hun plaats dus we staan weer netjes op dezelfde plaats als gisteren. Bij thuiskomst bleek dat Tim twee blaren heeft op zijn wreef. Het is voor het eerst in vijftien jaar dat hem dat overkomt. En dan ook nog op zo’n rare plaats. Het zal de leeftijd wel zijn. Omdat hij nu natuurlijk zwaar geblesseerd is, kunnen we morgen niets doen en moeten we, als het weer het toelaat, een dagje  relaxen. De enige verplichting is een internetdate met Anita om zes uur morgenavond.

Zondag 14 december 2008                                                              Pucón, 22.00 uur

Vandaag eens geen wijzigingen in ons voorgenomen programma. We hebben vandaag dus lekker niets gedaan. We zijn laat opgestaan en hebben lekker ontbeten met een gekookt eitje en yoghurt met verse aardbeien. Daarna kwamen we erachter dat er iemand met een laptop in de buurt van het toiletgebouw zat te internetten. Dat moesten we natuurlijk ook even uitproberen. En inderdaad, vlak bij de scheiding tussen de camping het het luxe hotel Interlaken was een draadloos netwerk beschikbaar. Het hotel heeft z’n wifi-punt niet beveiligd dus hebben we op ons gemak de verslagen op de website gezet, verschillende websites over de regio bekeken en de mail gecheckt en beantwoord. Ook hebben we van de gelegenheid gebruik gemaakt om met Skype uitgebreid naar huis te bellen. Voor de MSN-date met Anita hoefden we nu niet naar de stad maar konden we rustig op de camping blijven.

De rest van de dag hebben we alleen lui in de zon gezeten en gegeten. Vanavond zijn we nog even de stad in geweest om onze pesos te besteden bij een restaurant. Het eten smaakte goed maar was niet bijzonder. We zullen waarschijnlijk nog wel een keer moeten gaan uit eten om onze pesos op te krijgen. We kunnen ook nog een dure nieuwe pan kopen als vervanging voor de pan die gisteravond sneuvelde. Bij het afdrogen had Tim ineens de steel van de hapjespan in de hand. De vorige keer was er een schroef los en daar heeft hij zelf wel ervaring mee. Nu was de steel echter afgebroken en daar help zelfs geen McGyvertape tegen. Als we zo doorgaan, is aan het einde van de reis een groot deel van de inventaris vernieuwd. Een nieuwe vergiet hebben we ook al moeten kopen omdat bij de vorige ook het handvat het begaf.

Na het eten hebben we nog even boodschappen gedaan voor morgen. Bij de kassa deden ze heel moeilijk over de fles 7up die we wilden kopen. Of we wel wisten dat het een statiegeldfles was? Ja, dat wisten we. Blijkbaar was dat toch niet goed want er werd een jongen op pad gestuurd om de statiegeldfles om te ruilen voor een fles zonder statiegeld. Rare jongens die Chilenen.

Maandag 15 december 2008                                                                                  Pucón

Met een dag vertraging dan toch het verslag van maandag 15 december. De reden waarom zal later uit dit verslag wel blijken.

Na het ontbijt zijn we gisteren weer eens met de auto op pad gegaan. Het was maar een kort ritje maar zeker wel één om in te lijsten. De eerste kilometers gingen over het asfalt richting PN Villarica. Al snel was het asfalt op en gingen we over op ripio. Veel wasborden maar verder niets bijzonders. Bij de ingang van het park hoefden we niets te betalen omdat we niet echt het park in gingen maar naar de vulkanische grotten gingen. Vanaf de parkingang waren het nog maar vier kilometer naar de grotten. Het waren wel de meest gedenkwaardige vier kilometer van deze reis. Niet alleen vanwege de aparte omgeving maar vooral vanwege de slechte weg. Het ging af en toe flink omhoog en de weg was bezaaid met grote rotsen waar we omheen en overheen moesten. Uiteraard in een zeer laag tempo maar toch werden we alle kanten op geschud. En niet alleen wij, ook de inventaris van onze camper. Toen we na een half uur namelijk op de parkeerplaats bij de grotten aankwamen en de deur van de camper open maakten, kwam ons de halve inhoud van de camper te gemoed. Allereerst was Petra vergeten de la met bestek vast te plakken. De la en de inhoud lagen dus over de vloer verspreid. Daarnaast waren ook alle slaapzakken, dekens, rugzakken en jassen die op het bovenste bed meereizen naar beneden gekomen. Het was dus een grote puinzooi. Jammer dat we er geen foto van hebben gemaakt.

Bij de receptie van de grot werden we opgewacht door een gids. Uiteraard heette hij Fernando en hij wilde meteen onze namen weten en waar we vandaan kwamen. Hij sprak wat Engels dus dat was wel handig. Hij legde uit wat een bezoek aan de grotten inhield en toen noemde hij voorzichtig de prijs. Toen we daar niet van schrokken en wilden betalen, was hij zeer blij. Toen we betaald hadden, moesten we nog een half uurtje wachten op de rondleiding van twaalf uur. In de tussentijd konden we wat rondkijken in het avonturenbos. Hier was niet veel te zien. Het was namelijk helemaal bewolkt en bij de grotten (en hoger op de vulkaan) was het helemaal mistig. We hadden ook nog bedacht dat we misschien wilden canopyen (hangend in een tuigje tussen bomen tokkelen) maar daar hebben we maar vanaf gezien. 

Om twaalf uur begon de rondleiding. In eerste instantie waren we alleen maar na vijf minuten kwam er nog een Chileens echtpaar met kind bij. Allereerst kregen we een korte inleiding in de platentektoniek en het ontstaan van vulkanen. Niet echt een nieuw verhaal maar voor de beeldvorming toch weer even leuk. Ook hadden ze er verschillende soorten vulkanisch gesteente liggen. Van gestolde lava tot massieve ‘lavabommen’ en superlichte stenen die waren ontstaan door menging van asdeeltjes met water. Daarna waren er wat beelden van recente uitbarstingen van de Villarica-vulkaan. De statistieken waren niet gunstig. De meeste uitbarstingen vinden in de maand december plaats. Gelukkig is de vulkaan al heel wat jaartjes rustig. Dat is overigens niet overal het geval. Chili heeft ruim 2800 vulkanen waarvan er nog 122 actief zijn. Recentelijk zijn bijvoorbeeld de Llaima en de Chaitén nog uitgebarsten. Met name die laatste heeft heel veel as uitgestrooid in Argentinië.

   

De grot de we vervolgens bezochten is ongeveer driehonderd jaar geleden ontstaan bij een vulkaanuitbarsting. Daarbij stroomden grote hoeveelheden lava van de vulkaan omlaag. Omdat de buitenkant sneller afkoelt, ontstond er een harde buitenkant met daar binnenin een vloeibare lavarivier. Toen de lavastroom ophield en de laatste lava was weg gestroomd, bleef een lege tunnel achter. Door die tunnel hebben we vijfhonderd meter mogen wandelen. Er waren overal lampen neergezet en via allerlei trappen daalden we af. Het was jammer dat het licht maar heel zwak was, want daardoor kon je niet echt zien wat de kleur van de wanden was. Alleen bij de ‘chocoladegrot’ was het duidelijk.

   

Na ruim een uur hadden we alles gezien en gehoord en mochten we afscheid nemen van Fernando. Hij wenste ons nog een prettig verblijf in zijn land.

Nadat we weer naar beneden waren gehobbeld, zijn we doorgereden naar Ojos de Caburgua. Het lago Caburgua is een groot meer hier in het gebied. Ergens ondergronds loopt het water van dit meer weg en het komt bij Ojos de Caburgua weer tevoorschijn. Het stelde eigenlijk niet zo veel voor maar er lagen een paar mooie azuurblauwe meertjes die we op de foto konden zetten. Verder was het wel een leuke plek om te picknicken.

Na het eten hebben we boodschappen gedaan voor het avondeten en hebben we de tank nog eens vol laten maken. Dat had nogal wat voeten in de aarde. Bij de meeste tankstations slaat bij onze auto de pomp meteen af als hij op automatisch gezet wordt. Ook nu gebeurde dat weer en de pompbediende heeft daarna de tank vol gedruppeld. Met een paar honderd cc per keer duurde het wel een kwartier voordat er dertig liter in de tank was gepompt. Toen hebben we hem maar laten stoppen. Na het tanken zij we terug gegaan naar de camping. Daar hebben we een nieuwe plek gekozen. Nu een plek vlak langs het hek zodat we in de camper illegaal gebruik kunnen maken van de internetvoorzieningen van hotel Interlaken. Dat hebben de rest van de middag dus gedaan. Dat ging goed totdat de afwas moest gebeuren. Toen kwam er namelijk een flinke druppel water op het toetsenbord. Zonder er bij na te denken heeft Tim het even droog geveegd en daarna werd er verder gecomputerd. Op een gegeven moment gebeurden er echter allerlei vreemde dingen. Het belangrijkste was dat een deel van de toetsen niet meer werkten. Lichtelijk ontstemt (huh hmm) heeft Tim de laptop toen maar uitgezet in de hoop dat een nachtje drogen de problemen op zou lossen.

Dinsdag 16 december 2008                                                 Pucón, 22.10 uur

Helaas werkte de computer ook vanmorgen nog niet zoals het hoort. De meeste toetsen reageren niet dus dat is lastig bij het schrijven van verslagen. Omdat het geen zin had om bij de pakken neer te zitten, zijn we vanmorgen na een creatief ontbijt op stap gegaan. Het ontbijt bestond uit de restanten van het verjaardagsgebak van Anita. Dat hadden we gisteren gekocht zodat we er wat foto’s van konden maken zodat Anita ook kan zien dat we aan haar verjaardag gedacht hebben. Daarbij hadden we nog het toetje dat we gisteravond vergeten waren om op te eten en wat fruit. Al met al een goede basis om een flink stuk te gaan fietsen. We hadden gisteren al wat rondgekeken naar plaatsen waar ze mountainbikes verhuurden en wisten dus wat de prijzen waren. Voor zevenduizend pesos per stuk hebben we vandaag dan ook twee fietsen gehuurd. Voor dat geld kregen we er twee gelzadels bij, twee helmen en een slot. Toen we zeiden dat we naar de Termas de Palguin wilden gaan, kregen we ook nog een fietspomp en een reparatiesetje mee. Ook kregen we te horen dat het een lange en pittige tocht was. Dat bleek ook toen we eenmaal onderweg waren. Na een stop bij de supermarkt voor het samenstellen van een dieet-technisch verantwoorde lunch, zijn we op pad gegaan. Het ging vanaf het eerste begin al bergop. Niet steil dus we hadden nog het idee dat het wel mee viel. Pas op de terugweg merkten we hoeveel we eigenlijk bergop gefietst hadden op de heenweg. De eerste twintig kilometer gingen over de grote weg die we morgen ook naar de grens moeten rijden. Los van de bergjes was er weinig spannends aan. Het lastige deel kwam daarna pas. De laatste tien kilometer gingen namelijk over ripio en waren allemaal bergop. Af en toe steil, af en toe vals plat maar alles ging omhoog. Tim moest eerst nog even sleutelen aan de derailleur omdat hij niet alle versnellingen kon gebruiken. Dat was af en toe echter wel nodig. Zonder de lichtste versnelling moest er gewoon gewandeld worden. Omdat de zon scheen, was het flink afzien. De langs scheurende auto’s die grote stofwolken opgooiden, maakten het alleen maar zwaarder. Desondanks bereikten we nu ruim dertig kilometer ons einddoel: de thermas de Palguin.

     

Aangezien we erg veel zin hadden om even in warm water te ontspannen, waren we toch wat teleurgesteld toen bleek dat uitgerekend vandaag het bad gesloten was in verband met schoonmaakwerkzaamheden. Gelukkig hadden ze ook pozos. Dit zijn kleine huisjes met daarin een betonnen bak met warm water. Een soort privé-thermaalbadje.

   

Omdat dit niet duurder was dan het grote bad, besloten we dat maar te doen. We waren tenslotte niet voor niets dertig kilometer bergop gefietst. Na betaald te hebben kregen we een hokje toegewezen en binnen konden we ons omkleden en lekker genieten van het warme water. Ons badje was 42°C en dat was erg aangenaam. Jammer was alleen dat de hutjes net geschilderd werden en de hele ruimte stonk naar het oplosmiddel van de verf. Na ruim een half uur gebadderd te hebben, vonden we het wel mooi geweest en zijn we weer op de fiets gestapt. De volgende stop was bij Salto El Leon. Dit is één van de drie watervallen op de route die we vandaag gereden hebben. Het was een leuke waterval die helemaal omgeven was door begroeiing. Jammer is dan alleen weer dat zo’n waterval hier dan op privé-terrein ligt en dat er dan dus weer een hutje staat waar je moet betalen. Omdat we de waterval nu ook weer niet zó bijzonder vonden, hebben we de andere twee maar overgeslagen.

De terugweg was een stuk aangenamer en sneller dan de heenweg. Er waren wat meer wolken en het was bijna allemaal bergaf. Ripio-weg met veel wasborden blijkt ook op de fiets niet echt plezierig. We waren dan ook blij toen we weer op de verhardde weg waren. Uiteindelijk hebben we de terugweg in een uur korter gedaan dan de heenweg. Moe maar voldaan hebben we de fietsen weer ingeleverd en zijn we terug gewandeld naar de camping. Daar bleek de laptop er nog steeds geen zin in te hebben. Tim had echter een goed idee. In plaats van de advanced modus wilde hij de computer eens in de easy modus proberen. Dom, dom, dom. Voor de easy modus heft Tim namelijk een wachtwoord ingesteld. En om een wachtwoord in te voeren, heb je een toetsenbord nodig. En dat deed het niet. Zonder wachtwoord kun je echter ook niet terug naar de advanced modus. Zucht! Na het douchen zijn we nog eens de stad in gegaan. Daar hebben we een internet-bureau opgezocht en omdat we een computer achteraf hadden, konden we mooi kijken wat voor een aansluiting hun toetsenbord had. Aangezien het een USB-aansluiting was, konden we die mooi even loskoppelen en aansluiten op de laptop. Voor de verandering werkte dit eens wel en met het externe toetsenbord konden we het wachtwoord invoeren. Daarna snel terugzetten naar de advanced modus en het leed was weer geleden. We konden weer foto’s bewerken, digitale reisgidsen lezen, films kijken en spelletjes doen. Verslagen schrijven was er echter nog niet bij. Tijdens ons volgende rondje door het dorp kwamen we echter langs zo’n winkel waar ze vanalles hebben. In dit geval zelfs toetsenborden. Toen we zagen dat ze maar 4900 pesos kostte (€5,50), hebben we gevraagd of we er een mochten proberen. Dit mocht en toen bleek dat het werkte, hebben we het toetsenbord maar gekocht. Zo zijn we dus weer helemaal operationeel. Om dit te vieren (maar vooral omdat we geen zin hadden om nog te koken) zijn we vervolgens bij de pizzeria naar binnen gewandeld en hebben we daar heerlijk gegeten. Aangezien onze pesos nu toch echt bijna op zijn, hebben we met creditcard moeten betalen. Met het restant aan pesos dat we nog hebben, kunnen we nog net wat brood en wat te drinken kopen voor als we morgen terug rijden naar Argentinië.

Woensdag 17 december 2008                                  Villa La Angustura, 21.30 uur

Na een uitstekende nachtrust werden we vanmorgen om half tien door de wekker opgeschrikt. Blijkbaar hadden we ons gisteren flink moe gemaakt want we hadden er niet op gerekend dat we door de wekker gewaarschuwd zouden moeten worden. We waren er vanuit gegaan dat we wel eerder wakker zouden worden.

Na het ontbijt reden we om kwart voor elf van de camping af. We hoefden vandaag maar driehonderd kilometer te reizen maar daar zaten wel honderd kilometer ripio bij. Het eerste deel van de route ging over de weg die we gisteren al gefietst hadden. Zo vanuit de auto zag het er toch weer heel anders uit. Je hebt in ieder geval meer tijd om rond te kijken. En dan zie je in dat gebied toch drie vulkanen. Allereerst de Villarica en de Quetrupillan die we vanuit Pucon al konden zien. Daarnaast dook later op de grens tussen Chili en Argentinië de Lanin op. Dit is de hoogste vulkaan in het gebied. Hij is niet meer actief maar heeft wel een mooie besneeuwde top. De Lanin hebben we een groot deel van de Paso de Mamuil Malal (of Paso Tromen in het Argentijns) in beeld gehad. De pas was erg mooi wat betreft omgeving. Niet alleen het uitzicht op de vulkaan Lanin was mooi maar ook de beboste dalen en de Araucaria’s die langs en OP de weg groeiden.

       

We waren minder te spreken over de kwaliteit van het wegdek. Deze wederom waardeloze ripio-weg komt wat ons betreft met stip op drie binnen in onze top-10 van slechtste wegen van Argentinië. Op één staat de weg naar de vulkanische grotten en op twee de weg van Perito Moreno naar Rio Mayo. Hij was gelukkig ‘maar’ vijftig kilometer lang en aan toen we bijna aan het einde waren, mochten we twee keer de auto uit om weer wat stempels te verzamelen. Deze keer helaas geen stempelkaarten. Die hadden ze bij deze grensposten blijkbaar niet nodig. Het was namelijk niet zo erg druk. We stonden beide keren binnen vijf minuten weer buiten. Met name de heren bij de Argentijnse grenspost hadden het erg druk. Er zaten drie mannen ieder met een eigen computer schijnbaar heel interessant werk te doen. Toen we echter bij de douane stonden, konden we een blik werpen op hun beeldschermen. Toen bleek waar ze zo druk mee bezig waren: patiencen !!!

Eenmaal weer in Argentinië aangekomen, werd de ripio weer vervangen door asfalt en konden we weer een beetje tempo maken. Via Junin de los Andes reden we naar San Martin de Los Andes. Daar begonnen we aan de RN234 naar Villa La Angustura. Dit is La ruta de los siete lagos (zevenmerenroute) en hij moet één van de mooiste routes van het merengebied zijn. Het was inderdaad een schitterende weg.  Dwars door de bossen en langs meren.

De helft van de route was ripio maar deze was van zeer behoorlijke kwaliteit zodat het toch nog een beetje opschoot. We zijn op verschillende plaatsen gestopt om foto’s te maken en stukjes te filmen. Uiteindelijk waren we rond zes uur hier op de camping. Het is de duurste camping tot nu toe maar daarvoor krijgen we dan ook het beste sanitair van deze reis. We hebben vanavond de barbecue maar weer eens aangemaakt om onze speciale hamburgers te grillen. Het recept is iedere keer weer anders maar ze smaken nog steeds prima. Ze zijn alleen nog steeds wat aan de flauwe kant. Je gaat je bijna afvragen hoeveel zout er in Nederland aan gehakt wordt toegevoegd. De wind stond vandaag goed dus de hele camping kon meegenieten van het rookgordijn dat we legden. Er heeft echter niemand geklaagd; ze zijn hier wel wat gewend. 

               

Donderdag 18 december 2008                                Villa La Angustura, 22.00 uur

 

Eén van de redenen waarom we gisteren doorgereden zijn naar Villa La Angustura was omdat het volgens de voorspellingen vandaag nog mooi weer zou zijn in deze regio. Voor morgen voorspelden ze veel bewolking. Het leek ons echter mooier om de geplande wandeling door Parque National Los Arrayanes te maken bij mooi weer. En dat is vandaag dan ook prima gelukt. Het is de hele dag zonnig geweest en de temperatuur was rond de vijfentwintig graden. Heerlijk weer dus om een boswandeling naar een bos te maken.

Na een royaal ontbijt met een pond aardbeien en yoghurt zijn we met de auto naar Peninsula Quetrihué gereden. Dit schiereiland ligt vlakbij Villa La Angustura maar aangezien we vandaag toch al ruim vijfentwintig kilometer wilden wandelen, vonden we het toch net iets te ver om er ook nog te voet naartoe te gaan.

 

       

Op vijf meter van het toegangshek naar het Nationale Park hebben we de auto geparkeerd. Bij de kiosco mochten we veertig pesos afrekenen en kregen we een kaart van het schiereiland. Niet dat we verkeerd konden lopen want er is maar één pad. Je kunt ook met de boot naar het eindpunt van de wandeling maar dat is A: veel duurder en B: veel minder inspannend. Nu moesten we twaalf kilometer wandelen voordat we bij het speciale deel van het park kwamen. Dat zijn de Arrayane-bomen die in een deel van dit park op grote schaal voorkomen. We hadden deze ‘ Bambi-bomen’ al eerder gezien maar daar stonden alleen losse exemplaren. Hier stonden in een klein gebied echter heel veel van deze bomen. Ze hebben een kaneelkleurige bast die afschilfert waardoor de lichtere onderlaag zichtbaar wordt.  Het verhaal doet de ronde dat Walt Disney hier zijn inspiratie heeft opgedaan voor de tekenfilm Bambi. Als tekenfilmliefhebber wilde Tim dat natuurlijk met eigen ogen zien. Voordat het zover was, moeten we echter eerst tweeëneenhalf uur wandelen door een ‘gewoon’ Patagonisch bos. Afgezien van de eerste kilometer was het een heel eenvoudige wandeling. Geen steile klauterpartijen en alleen een stoffig pad om over te wandelen. Dat stoffige bleek wel na afloop van onze tocht. Aangezien de blaren van Tim nog niet helemaal over waren, kon hij zijn hoge wandelschoenen niet aan en moest hij op de sportschoenen wandelen. Deze laten echter alle stof door. Hij had na het wandelen, ondanks sokken en schoenen, voeten die nog zwarter waren dan gisteren. En toen heeft hij toch de hele dag op zijn roze badslippers rondgelopen; zelfs door de vulkanische stofvelden rond Lanin.

       

Na twaalf kilometer genoten te hebben van het mooie bos, kwamen we in het gebied met de Arrayanes. Er was een heel systeem van looppaden gemaakt zodat je niet zelf tussen de bomen kon gaan lopen. Aangezien de bomen maar heel langzaam groeien, proberen ze op deze manier te voorkomen dat mensen te veel beschadigen. Nu waren er wel niet veel mensen maar het toeristenseizoen moet dan ook nog beginnen. Pas toen we bij het bos onze lunch zaten te eten, werd het wat drukker. Er kwam weer eens een boot met een schoolklas aan. In Argentinië en Chili is het bijna zomervakantie en dan is het blijkbaar ook tijd voor schoolreisjes. We komen de laatste weken overal bussen met zeer geïnteresseerde scholieren tegen. Op die manier kan Tim zich alvast  wat voorbereiden op zijn terugkeer naar school over twee weken.
Na de lunch zijn we begonnen aan de terugweg. Onderweg hebben we weer enkele exemplaren van de Carpintero Patagonico (Patagonische specht) aan het werk gezien. Nog steeds lezen we overal dat het een bijzondere vogel is om tegen te komen maar we hebben er intussen al zoveel gezien dat we ze al bijna gaan negeren. Nu scheelt het wel dat wij meestal met z’n tweeën rondlopen en dat het verder overal nog erg rustig is. Dan hoor je allereerst het kloppen van de spechten eerder en daarnaast schrikken de dieren niet zo snel op.

       

Om kwart voor zes waren we terug bij de auto en toen was het nog maar een kort ritje naar de camping. Daar hebben we eerst een uurtje lui in de zon gezeten. Toen deze achter de bomen verdween zijn we boodschappen gaan doen. Ook dat was zo gebeurd want de supermarkt ligt hier honderdvijftig meter vandaan. Na het eten hebben we bij het tankstation nog een ijsje gehaald en toen was het alweer tien uur. Als het morgen een beetje mooi weer is, blijven we nog een dagje hier en gaan we het dorpje eens bekijken. Daar zijn we nog niet aan toe gekomen. Als het echter bewolkt is, gaan we verder en gaan we op zoek naar dinosaurussen.

Vrijdag 19 december 2008                                     Villa El Chocón, 19.40 uur

Toen we vanmorgen wakker werden, was het flink bewolkt. Af en toe een klein beetje blauwe lucht en een straaltje zon maar verder was het wat treurig weer. Ook de temperatuur nodigde niet uit om lekker een dagje niets te doen. Na het ontbijt hebben we dan ook onze spullen ingepakt en zijn we aan de terugreis begonnen. Nu zijn we natuurlijk al sinds Ushuaia aan de terugreis bezig, maar nu is toch echt ook het doel Buenos Aires. Voordat we daar volgende week vrijdag hopen aan te komen, moeten er nog wel bijna tweeduizend kilometer worden afgelegd. Aangezien we niet alleen maar hele dagen willen rijden, proberen we het in etappes te doen. En dan ook nog zo dat er iedere etappe nog wat te doen of te zien valt. Vandaag zijn we bijna vierhonderd kilometer naar het oosten gereden. We hebben eerst een flink stuk over de, geasfalteerde, ruta cuarenta gereden. Deze volgde het dal van de Rio Limay. Dat gedeelte was het mooiste deel van de dag. Langs spectaculaire rotspartijen, langs de blauwe rivier die aan weerszijden helemaal groen is van de begroeiing en over kale, patagonische vlaktes.

   

Na de ruta40 na ruim vijftienhonderd kilometer verlaten te hebben, gingen we een tijdje de vlakte op. Hier was het weer het bekende verhaal: eindeloze, kaarsrechte wegen, alleen maar kleine struiken en veel gras langs de kant. Zo kwamen we rond vier uur aan bij El Chocón. Daar hebben we eerst de camper op een camping geparkeerd en daarna zijn we te voet op jacht gegaan naar dinosaurussen. De provincie Neuquen waar we nu zijn, is één van de belangrijkste vindplaatsen van overblijfselen van dinosaurussen op aarde. In El Chocón zijn bijvoorbeeld de gefossiliseerde voetstappen van dinosaurussen aangetroffen. Deze wilden we graag eens gaan bekijken. Helaas kwamen we er achter dat we voor de voetstappen vijf kilometer verderop moeten zijn. Die gaan we dus morgenvroeg maar bekijken. Wel hebben we hier een bezoek gebracht aan het lokale museum. Vanaf de grote weg word je er naartoe geleid door grote, geschilderde pootafdrukken op de weg. Voor de afwisseling was het eens een spotgoedkope excursie; maar vijf pesos per persoon. Nu is het ook geen groot museum maar wel een mooi. De teksten bij de displays waren zowel in het Spaans als in het Engels. Zo konden we er ook nog iets van leren.

       

Het mooiste waren de nagebouwde skeletten van de verschillende soorten dino’s. Zelfs onze eigen Dino was onder de indruk van de grootte van deze beesten. Het topstuk van het museum is de Gigantosaurus carolini die hier in de regio in 1994 is opgegraven. Het is het grootste reptiel dat op het Amerikaanse continent is gevonden. Hij is zelfs groter dan de veel bekendere Tyranosaurus rex. 

     

Nadat we het museum gezien hadden, zijn we even door het centrum van het dorp gewandeld en toen we dat na een minuut gezien hadden, zijn we terug gegaan naar de camping. Daar hebben we lekker nog wat in de zon zitten lezen. Daarbij is Tim nu bijna helemaal door zijn stoel gezakt dus daar mocht weer wat gerepareerd worden. Nu eens niet met tape maar met naald en draad. Nu hopen we alleen dat het heel blijft tot volgende week vrijdag. De temperatuur is hier een stuk aangenamer dan in Villa La Angustura. Het blijft echter Patagonië dus staat er ineens wel weer een keiharde wind waardoor we toch weer niet buiten kunnen blijven zitten.

Vorige Home Volgende